Elektromagnetisme samenvatting

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Alleen elektrische veldlijnen
Alleen magnetische veldlijnen

Zowel elektrische als magnetische veldlijnen
Van plus naar min
Veel veldlijnen betekent een sterk veld
Loodrecht op geleiders
Veldlijnen snijden elkaar nooit
Van noordpool naar zuidpool (buitenom)
Zonder begin en einde

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Een elektron wordt versneld tussen twee platen van een condensator.
Er geldt:
A
q*E = B*q*v
B
Elektrische energie wordt omgezet in kinetische energie
C
De elektrische kracht en de Lorentzkracht zijn gelijk.
D
q*U = 1/2 m*v^2

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Link

Een elektromagneet is een permanente magneet
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

De Lorentzkracht is de kracht van het magneetveld op een
A
noordpool
B
zuidpool
C
positief geladen deeltje
D
bewegend geladen deeltje

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

De richting van de
Lorentzkracht is naar
A
links
B
boven
C
rechts
D
beneden

Slide 11 - Quizvraag

De richting van de
Lorentzkracht is naar
A
links
B
boven
C
rechts
D
beneden

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hiernaast twee situaties waarin een geladen deeltje een magneetveld inschiet. Op elk deeltje gaat een lorentzkracht werken. Er geldt:
A
De kracht staat bij A omhoog
B
De kracht staat bij A naar links
C
De kracht staat bij A omlaag
D
De kracht staat bij A naar rechts

Slide 15 - Quizvraag

Hiernaast twee situaties waarin een geladen deeltje een magneetveld inschiet. Op elk deeltje gaat een lorentzkracht werken. Er geldt:
A
De kracht staat bij B omhoog
B
De kracht staat bij B naar links
C
De kracht staat bij B omlaag
D
De kracht staat bij B naar rechts

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

je dynamo zet beweging om in elektriciteit. hoe werkt dat?
A
in je dynamo zit een kleine kabouter en met batterij
B
iets ingewikkelds met een magneet, dat heet inductie
C
iets ingewikkelds met een magneet, dat heet deductie
D
in je dynamo zit weekijzer en dat gaat smelten

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Als er een magnetische fluxverandering is krijg je:
A
Inductiestroom
B
Inductiespanning
C
Lorentzkracht
D
Elektrische kracht

Slide 26 - Quizvraag

In welke situatie
ontstaat een
inductiespanning
over de rechter spoel?
A
De schakelaar is open
B
De schakelaar wordt gesloten
C
De schakelaar is al een tijdje gesloten
D
De schakelaar wordt geopend

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide