§2.3 Verschillen in inkomens

Vraag
Wat zijn oorzaken van ongelijke
inkomens in een land?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vraag
Wat zijn oorzaken van ongelijke
inkomens in een land?

Slide 1 - Tekstslide

§2.3 Verschillen in inkomens

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Teken op het ruitjesblad (in 1 grafiek) de beide Lorenzcurven.

Slide 18 - Open vraag

Leg uit hoe het Nederlandse systeem van inkomstenbelasting een nivellerende werking heeft.

Slide 19 - Open vraag


Teken op het ruitjesblad (in 1 grafiek) de beide Lorenz-curven.

Slide 20 - Open vraag

Soorten inkomens hebben invloed op d verdeling
  • Primaire inkomens
  • Iedereen die een productiefactor levert voor de productie ontvangt daarvoor een vergoeding.
  • Secundaire inkomens
  • De primaire inkomensverdeling gecorrigeerd door belastingen en sociale uitkeringen.
  • Tertiaire inkomens
  • Er wordt rekening gehouden met subsidies en prijsaanpassingen gerelateerd aan het inkomen.

Slide 21 - Tekstslide

Een daling van de gini-coëfficiënt geeft aan dat de verschillen kleiner worden. 
Een gini-coëfficiënt van 0? Dat kan, het inkomen is perfect gelijkmatig verdeeld.
Gini-coëfficiënt

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Belastingwig
  • Progressief belasting stelsel => minder aantrekkelijk om meer te werken, studeren
  • Inkomen neemt af ten opzichte van maatschappelijke behoefte

  • Overheid wil => Stimuleren om meer te werken/studeren, maar ook inkomensongelijkheid tegen gaan.

  • Rechtvaardigheid vs. Doelmatigheid (AFRUIL)
  • Belastingen omlaag = rechtvaardig, maar niet doelmatig (het kost meer)



Slide 24 - Tekstslide

Wat geeft de lorenzcurve aan?
A
De armste 70 % van de mensen verdient 40 % van het inkomen
B
De armste 30 % van de mensen verdient 3 % van het inkomen
C
De rijkste 70 % van de mensen verdient 40 % van het inkomen
D
De armste 30 % van de mensen verdient 30 % van het inkomen

Slide 25 - Quizvraag

Lorenzcurve is bedoeld als middel om:
A
duidelijk te maken hoe oneerlijk inkomens zijn verdeeld
B
aan te geven hoe inkomsten zijn verdeeld over bevolking in een land
C
aan te geven hoe het vermogen is verdeel over de bevolking in een land
D
aan te geven hoe inkomsten of vermogen is verdeeld over bevolking in een land

Slide 26 - Quizvraag

Een progressief belastingstelsel maakt de Lorenzcurve boller.

Slide 27 - Open vraag

Verhoging van de algemene heffingskorting zorgt ervoor dat de Lorenzcurve ...........

Slide 28 - Open vraag

Opdracht
Wat: Opdracht 30 en 31 blz. 100 e.v. 
Hoe: Voor jezelf. In je schrift
Tijd: 20 minuten 
Resultaat: Samen bespreken
Klaar: ga aan de slag met de examenvoorbereiding op blz. 116


timer
20:00

Slide 29 - Tekstslide

Volgende les
Leren theorie Katern 7
(Welvaart en groei)

Oefentoets

Slide 30 - Tekstslide