Je begrijpt teksten die hoofdzakelijk bestaan uit
veel veelvoorkomende of alledaagse taal.
Je begrijpt de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven.
Je begrijpt belangrijke informatie in korte verslagen en artikelen.
Je begrijpt door meelezen alledaagse filmpjes.
Je begrijpt hoofdgedachte en belangrijkste argumenten in eenvoudige
teksten in tijdschriften, kranten of op internet.