Maatwerk hv1: lesson 1

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today's Lesson
Some rules
Recap: Word order
Grammar: some and any
Kahoot some and any
Hand-out some and any

Goal: You will be able to use the words some and any in an English sentence via the word order you have learned in previous lessons

Slide 2 - Tekstslide

Rules
  • Neem allemaal een schrift mee om notities in te maken qua grammatica
  • Neem ook altijd je stepping stones boek mee. Als je vragen hebt over een onderdeel kan je die makkelijker vragen als je het boek mee hebt
  • Wees optijd
  • Neem een pen mee naar de les
  • Doe je jas uit bij aanvang van de les

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de word order in English?

Slide 4 - Open vraag

Grammar: Word order
Engelse zinnen hebben grotendeels een vaste woordvolgorde. Je begint met wie (het onderwerp?), dan komen alle werkwoorden (doet?), het lijdend voorwerp (wat?), de plaats (waar), en tijd (wanneer?). Niet alle zinnen hebben alle zinsdelen

wie, doet, wat, waar, wanneer <-- dit is je volgorde

Slide 5 - Tekstslide

Grammar: Sentence Structure
wie,        doet,        wat,            waar,        wanneer
Jane               washes            her hair            in the shower     at 12 o'clock

Jane                goes                                           to school

I                        walk                                            home                    at 5pm

The dog         chewed            a bone                                            yesterday

We                    went                                          to Rome              last year

Slide 6 - Tekstslide

Grammar: Sentence Structure
wie,        doet,        wat,            waar,        wanneer
Nu jullie in het Engels

Slide 7 - Tekstslide

Grammar: some and any
  • Some en any betekenen allebei "ongeveer" (a number) of "aantal" (a few).

  • In negative sentences (ontkennende zinnen) gebruik je any

  • Voor de meeste vraagzinnen (question sentences) gebruik je any

    For example:
    I don't have any friends
    Do you have any sugar?

Slide 8 - Tekstslide

Grammar: some and any

  • Some wordt gebruikt voor positive sentences (bevestigende zinnen)

  • Some wordt ook gebruikt in vraagzinnen waarvan het antwoord "ja" is

For example:
Some dogs are big, other dogs are small.
I need some eggs.
Are some people sad? (yes).


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Hand-out:
some and any

Slide 11 - Tekstslide