Personalpronomen

Das Personalpronomen im Dativ und Akkusativ
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2-6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Das Personalpronomen im Dativ und Akkusativ

Slide 1 - Tekstslide

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 2 - Sleepvraag

Sleep het Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3E nv.
mij
jou
hem
jullie
haar
ons
het
hen
u
mir
uns
ihm
ihm
ihr
dir
euch
ihnen
Ihnen

Slide 3 - Sleepvraag

Wat wordt de vorm van het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval? Sleep het juiste antwoord.
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
euch
mich
dich
ihn/sie/es
uns
sie/Sie

Slide 4 - Sleepvraag

Personalpronomen

Slide 5 - Tekstslide

Was stimmt?

Kennst du ihn/er
A
ihn
B
er

Slide 6 - Quizvraag

Was stimmt?
Ich kenne du/dich
A
du
B
dich

Slide 7 - Quizvraag

Was stimmt?

Peter und Petra, ich lade ihr/euch/sie ein!
A
ihr
B
euch
C
sie

Slide 8 - Quizvraag

Was stimmt?
Wie geht es dir?
Mich/Mir/Mit mir geht es gut!
A
Mich
B
Mir
C
Mit mir

Slide 9 - Quizvraag

Ist das Geschenk für (jullie) ______?
A
ihr
B
euch
C
sie

Slide 10 - Quizvraag

Gehst du mit (hem) ______
in die Disko?
A
er
B
ihm
C
ihn

Slide 11 - Quizvraag

Die Geschichte geht um (hen) _____.
A
ihn
B
sie
C
Sie
D
ihr

Slide 12 - Quizvraag

Wil jij het persoonlijk voornaamwoord nog een keer oefenen?
Ja
Nee

Slide 13 - Poll

dir
Ihnen
Ich
Sie
du mir

Slide 14 - Sleepvraag


Slide 15 - Open vraag


Slide 16 - Open vraag

Kannst du die Personalpronomen schon richtig anwenden?
Ja
Ja, mit Buch dabei
Nein, ich rate einfach
Hä? Was sind Personal-pronomen??

Slide 17 - Poll