Hoofdstuk 1: De balans

Bedrijfsadministratie 
les 1


Björn Kamp




505775@drenthecollege.nl
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfsadministratieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bedrijfsadministratie 
les 1


Björn Kamp




505775@drenthecollege.nl

Slide 1 - Tekstslide

Wie ben ik
  • Björn Kamp 
  • 26 jaar
  • 3e jaars student leraar economie
  • Bovensmilde
  • hobby`s: hardlopen, vissen, motor rijden
  • mijn motto was (debet is debet, credit is credit)

Slide 2 - Tekstslide

Inhoudsopgave
  • Leerdoelen
  • Balans
  • Aan het werk 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Jullie weten wat de debet zijde is van een balans
  • jullie weten wat een credit zijde is van een balans 

Slide 4 - Tekstslide

Balans?

Slide 5 - Woordweb

Balans
Links:
Bezittingen (debet zijde)

Rechts:
Vermogen (geld, credit zijde)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de vlottende activa
(Debet) zijde?

Slide 7 - Woordweb

Wat zijn liquide middelen?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de vaste activa
(Debet) zijde?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de credit (passiva) zijde?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Een balans is een overzicht van
A
bezit, schuld en vreemd vermogen.
B
bezit, winst en vreemd vermogen.
C
bezit, schuld en eigen vermogen.
D
bezit, winst en eigen vermogen.

Slide 17 - Quizvraag

Eigen Vermogen (EV)
Bezit - schuld = EV
Als je van een organisatie alle bezittingen optelt en daar alle schulden van aftrekt hou je het eigen vermogen (EV) over. 

Over het algemeen is het eigen vermogen (EV) een positief getal.
zie blz: 13 theorieboek

Slide 18 - Tekstslide

Onder welke categorie valt een hypothecaire lening?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Kort vreemd vermogen

Slide 19 - Quizvraag

Het eigen vermogen bereken je door de het vreemd vermogen van het totale vermogen af te trekken
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Onder welke balanspost zetten we de debiteuren?
A
Vaste activa
B
Eigen Vermogen
C
Liquide middelen
D
Vlottende activa

Slide 21 - Quizvraag

Nu maken:
Opdracht 1-5, 7-11

Slide 22 - Tekstslide