In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Lesprogramma
Uitleg §6.4 + terugblik §6.3 (30 min.)
Resterende tijd voor het huiswerk.
Proefwerk plannen.
Slide 1 - Tekstslide
§6.3 Belasting over jouw spaargeld
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen §6.3:
Wat is de vermogensrendementsheffing in box 3?
Wat is heffingskorting?
Hoe bereken je uiteindelijk de inkomstenbelasting?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Jan en Jo hebben samen € 31.500 spaargeld en € 34.640 aan beleggingen. Voor hen samen is het heffingsvrij vermogen € 50.000. Bereken de belasting in box 3 voor Jan en Jo.
Slide 10 - Open vraag
§ 6.4 Is het eerlijk verdeeld?
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoelen:
Wat is het uitgangspunt bij de belastingheffing?
Hoe zorgt de overheid voor gelijkmatige inkomensverdeling?
Was is nivelleren?
Wat is denivelleren?
Slide 12 - Tekstslide
Leerdoel 1:
Wat is het uitgangspunt bij de belastingheffing?
Slide 13 - Tekstslide
Wat laat deze foto zien?
Slide 14 - Tekstslide
Hoe kan de overheid met behulp van belastingen de gelijkheid beter maken?
Slide 15 - Woordweb
Draagkrachtbeginsel
Wie in staat is veel te betalen…. Moet naar verhouding veel meer betalen.
Slide 16 - Tekstslide
Hoe dan?
Progressief belastingtarief
Heffingskortingen.
Slide 17 - Tekstslide
Welke grafiek laat een progressief stelsel zien?
Slide 18 - Tekstslide
Welk land maakt gebruik van een progressief stelsel
A
Land A
B
Land B
C
Land C
D
Land D
Slide 19 - Quizvraag
Welk land maakt gebruik van het draagkrachtbeginsel?
A
Land A
B
Land B
C
Land C
D
Land D
Slide 20 - Quizvraag
Wat vind je van het draagkrachtbeginsel?
Ik ben voor
Ik ben tegen
Slide 21 - Poll
Solidariteitsbeginsel
Iedereen met een inkomen staat een deel af voor andere die
Een laag inkomen hebben
Geen inkomen hebben
Dit doet men door:
Het stelsel van sociale zekerheid
Inkomenssteun voor mensen met lage inkomens.
Slide 22 - Tekstslide
Profijtbeginsel
Je betaald voor het gebruik van goederen die de overheid levert.
Motorrijtuigenbelasting BPM Parkeer plaats in de stad
Slide 23 - Tekstslide
Leerdoel 2:
Hoe zorgt de overheid voor gelijkmatige inkomensverdeling?
Slide 24 - Tekstslide
Hoe dan?
Progressief belastingen… wie veel verdient, betaalt ook veel belasting.
Heffingskortingen.
Slide 25 - Tekstslide
Leerdoelen 3
Wat is nivelleren en denivelleren
Slide 26 - Tekstslide
Nivelleren
Inkomensverschillen worden in verhouding (in procenten) kleiner.
Lage inkomens gaan in procenten er meer vooruit dan de hoge inkomens.
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Denivellering
Inkomensverschillen worden in verhouding (in procenten) groter.
Lage inkomens gaan in procenten er minder vooruit dan de hoge inkomens.
Slide 29 - Tekstslide
Is in de volgende gevallen sprake van nivellering, denivellering of geen verandering van de inkomensverhouding? Zowel lage als hoge inkomens stijgen volgend jaar met 2%.
A
Nivelleren
B
Denivelleren
C
Geen verandering
Slide 30 - Quizvraag
Is in de volgende gevallen sprake van nivellering, denivellering of geen verandering van de inkomensverhouding? Het percentage van de hoogste schijf inkomstenbelasting box 1 wordt verhoogt.
A
Nivelleren
B
Denivelleren
C
Geen verandering
Slide 31 - Quizvraag
Is in de volgende gevallen sprake van nivellering, denivellering of geen verandering van de inkomensverhouding? De algemene heffingskorting gaat € 200 omhoog.
A
Nivelleren
B
Denivelleren
C
Geen verandering
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
Tot zover…
Huiswerk:
Alle opgaven van § 6.4 + rekenopgaven 15 t/m 19 blz. 195