1 en 2 m meervoud

Spelling 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Meervoud

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit jaar 1:
  1. Meervoud op -en
    stoelen, katten, beren

  2. Meervoud op -s
    vogels, toffees

  3. Meervoud op 's
    oma's

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoud - meervoud
De meeste zelfstandig naamwoorden kun je in enkelvoud 
en meervoud zetten. Bij het enkelvoud is er één van iets, 
bij het meervoud is er méér van iets.

Let op! Er zijn uitzonderingen, zelfstandig naamwoorden die geen meervoud hebben. Bijvoorbeeld melk, wiskunde, onweer, hersenen, jeans.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Typ het meervoud van: bed, menu en etui

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud op -en
Woorden die eindigen op een medeklinker
krijgen meestal -en in het meervoud.

Als het voor de uitspraak nodig is, verdubbel je 
de medeklinker of verenkel je de klinker.

kat - katten (niet: *katen), 
beer - beren (niet *beeren)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Typ een woord dat in het meervoud eindigt op ...... en

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud op -s
1. Veel woorden eindigen in het meervoud op een  -s.
Bijvoorbeeld: vogel - vogels, bezem - bezems

2. Ook woorden die eindigen op een klinker
krijgen in het meervoud -s
Bijvoorbeeld: niveau - niveaus, toffee - toffees 

Slide 8 - Tekstslide

Benadruk dat de lettergreepregel een uitzondering is op de regel voor het meervoud op -en.
Typ een woord dat in het meervoud eindigt op een ..... -s.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Eindigt een woord op een enkele (deze klinkt lang)
a, i, o, u, y
dan krijgt het meervoud -'s.
Dat is nodig om de klank gelijk te houden. 

oma - oma's (niet: *omas)
baby - baby's (niet: *babys)

Slide 10 - Tekstslide

Benadruk dat de enkele 'e' hier niet tussen staat. Deze wordt aan het einde van een woord uitgesproken als stomme e en daar mag de -s direct achter. 
Typ een woord dat in het meervoud eindigt op ....... 's.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij sommige zelfstandig naamwoorden verandert een letter als je het meervoud schrijft:

muis - muizen
boef - boeven

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij sommige zelfstandig naamwoorden verandert een letter als je het meervoud schrijft:

laars- laarzen
vaas- vazen


uitzonderingen: mensen- wensen - kaarsen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Typ een woord dat in het meervoud verandert dus s wordt z of f wordt v.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de meervoudsvorm
van het woord avocado?

Slide 15 - Open vraag

Het enkelvoud eindigt op de enkele lange klinker 'o'.
Wat is de meervoudsvorm van het woord machine?

Slide 16 - Open vraag

Het enkelvoud eindigt op een klinker.
Wat is de meervoudsvorm
van het woord paardenbloem?

Slide 17 - Open vraag

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker.
Wat is de meervoudsvorm van het woord dadel?

Slide 18 - Open vraag

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker, maar de klemtoon ligt niet op de laatste lettergreep: dá-del. 
Ken je de drie uitgelegde meervoudsvormen en kun je die nu toepassen.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Speciale gevallen
Sommige meervouden komen uit het Latijn:
politicus --> politici
medicus --> medici
museum --> musea/museums

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meervoud van medium?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jaar 2: lastige meervouden
Bij de woorden die eindigen op -ik, -el, -et en - es geldt de volgende regel: als de klemtoon op de laatste lettergreep valt, verdubbelt de medeklinker.
Tip: doe dit hardop!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud van prinses is...
Prinsessen, want de klemtoon valt op -es
Prinsesen, want de klemtoon valt op 'prin'

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
prinses --> prinsessen
monniken --> monniken
model --> modellen
dreumes --> dreumesen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meervoud van viezerik

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg 
Wanneer een woord eindigt op -ie of -ee, gebruik je in het meervoud een trema (2 puntjes op de ë). 
Je schrijft er - ën achter als de klemtoon op die -ie of -ee valt.
zee --> zeeën
genie --> genieën 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meervoud van fee?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Als de klemtoon NIET op -ie of -ee valt, dan schrijf je er alleen een -n achter, maar voeg je wel het trema toe.
bacterie --> bacteriën
olie --> oliën

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meervoud van kolonie?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit was het
Fijne vakantie! Na de vakantie gaan we door met de meervouden.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies