Verlichte vorsten?
1 / 44
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Bekijk de afbeelding. Wie woonde hier?
A
Lodewijk XVI
B
Napoleon Bonaparte
C
Jacobus II
D
Napoleon
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Voor de Franse Revolutie
Tijdens/na de Franse Revolutie
Monarchie
Grondwet
Standen
Gelijkheid
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat is een oorzaak van de Franse Revolutie? En wat is geen oorzaak?
strenge leefregels van de kerk
de standensamenleving
belastingplicht voor de adel
Armoede op het platteland
absolute macht van de koning
Oorzaak Franse Revolutie
Geen oorzaak Franse Revolutie
Slide 9 - Sleepvraag
De Franse Revolutie is geinspireerd door?
A
De Renaissance
B
De Verlichting
C
De Amerikaanse revolutie
D
De Wetenschappelijke revolutie
Slide 10 - Quizvraag
De Franse Revolutie was in
A
1748
B
1776
C
1789
D
1795
Slide 11 - Quizvraag
Armoede was een oorzaak van de Franse Revolutie
A
Klopt
B
Klopt niet
Slide 12 - Quizvraag
De Franse Revolutie speelde zich alleen in Parijs af.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Welke stand bestond niet voor of na de Franse revolutie?
A
Koning
B
Geestelijkheid
C
Adel
D
Boeren en burgers
Slide 14 - Quizvraag
Iemand zegt:
Een gevolg van de Franse revolutie was de afschaffing van de standenmaatschappij.
Een gevolg van de Franse revolutie was de afschaffing van de standenmaatschappij.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Waarmee begon de Franse Revolutie?
A
Belastingverhoging van de koning
B
Bestorming Bastille
C
onthoofding van de koning
D
vlucht Willem V
Slide 16 - Quizvraag
Tijdens de Revolutie werd de Franse koning onthoofd. Welke Lodewijk?
A
Lodewijk XIII
B
Lodewijk XIV
C
Lodewijk XV
D
Lodewijk XVI
Slide 17 - Quizvraag
Wat speelde behalve de Verlichting een belangrijke rol voor het beginnen van de Franse Revolutie?
A
Misoogsten en belastingverhoging
B
Oprichting van Nationale Vergadering
C
Onthoofding van Lodewijk XVI
D
De kerk
Slide 18 - Quizvraag
Wat waren de drie ideeën van de Franse Revolutie?
A
vrijheid, slaven en broerschap
B
vrij zijn, gelijk hebben, broeders hebben
C
vrijheid, gelijkheid, broederschap
D
vrijheid, gelijkheid en Broeren
Slide 19 - Quizvraag
Voor de Franse revolutie was er sprake van een standensamenleving. Wie vormden de eerste stand?
A
De heren
B
De boeren
C
De geestelijken
D
De adel
Slide 20 - Quizvraag
Na de Franse revolutie mocht het volk het land zelf besturen. Dit noem je een....
A
Monarchie
B
Dictatuur
C
Democratie
D
Oligarchie
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Video
Wat is het sociaal contract?
A
De vorst luistert naar het volk
B
De vorst beschermt het volk
C
Het volk luistert naar de vorst
D
De vorst is dienaar van het volk
Slide 23 - Quizvraag
Het 'sociaal contract' van Rousseau gaat over:
A
de gelijkheid tussen burgers
B
natuurlijke rechten voor iedereen
C
de relatie tussen vorst en volk, macht komt van het volk
D
vrijheid voor iedereen
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Was koning Frederik II van Pruisen een koning met een sociaal contract met het volk?
A
Ja natuurlijk!
B
Nee, dat volk moest naar hem luisteren
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
Werden de kolonies van Engeland alleen opstandig door belastingen?
A
Ja
B
Nee
Slide 33 - Quizvraag
Het revolutiejaar 1775 in Amerika is vergelijkbaar met het Franse revolutiejaar...
A
1787
B
1788
C
1789
D
1790
Slide 34 - Quizvraag
Wat is de naam van de hoofdstad van de Verenigde Staten?
A
Washington State
B
Washington DC
C
Washington Uni
D
Washington- Arlington
Slide 35 - Quizvraag
Wanneer was de Amerikaanse Revolutie?
A
1921-1957
B
1578-1594
C
1765-1782
D
1775-1783
Slide 36 - Quizvraag
Wat was een oorzaak van de Amerikaanse Revolutie?
A
Het eigen bestuur van de kolonies werd afgepakt
B
De Amerikanen wilden
geen belasting betalen
C
George Washington
pleegde een staatsgreep
D
De koloniën wilden méér geld van Engeland
Slide 37 - Quizvraag
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Wat heb ik geleerd?
Slide 42 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen4
