4.3 Steden in de wereld

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • herhaling cursus 4.1 en 4.2 
  • introductie cursus 4.3 Steden in de wereld; lesdoelen + vraag 1 maken
  • Instructie 4.3 Steden in de wereld
  • Werkboek: maak vraag 2 t/m 6
  • Bespreken en nakijken werkboek
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 9
Kruistochten!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boeren hadden een betere ploeg uitgevonden, waarmee ze grond konden bewerken.

De mest werd beter verdeeld en de grond vruchtbaarder.

Ouders konden nu kiezen om meer kinderen te nemen. Er was voedsel genoeg.

Daardoor verdubbelde de bevolking.

De oogst van boeren was groter. Zo kwam er meer voedsel voor mensen.

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1 In de middeleeuwen, de tijd die duurde van ________ tot ________, had de kerk __________________ macht.
2 De meeste mensen waren ____________________________ .
3 Geestelijken leerden de mensen dat ze in de _______________ zouden komen als ze goed zouden leven.
4 Mensen die niet christelijk waren, werden vaak _____________________ .

beboet
christenen
gestraft
hel
hemel
moslims
veel
weinig
500
1000
1500

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1 In 1095 riep de Paus ____________________ op om gewapend naar Jeruzalem te trekken om de __________________________ te verdrijven.
2 De paus beloofde iedereen die meehielp een plek in de _______________ 
3 Deze tochten van gewapende mensen worden ____________________________________ genoemd.
4 Uiteindelijk wisten de ____________________ de strijd te winnen.

Azië
christenen
de Arabische wereld
Europa
hel
hemel
kruistochten
moslims
moslims

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Je hebt geleerd dat steden steeds belangrijker werden.

Voor boeren en en ambachtslieden was de stad een marktplaats.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzieningen

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel voorzieningen
Weinig voorzieningen
Mensen wonen dicht bij elkaar
Meer dan 10.000 inwoners
Minder dan 10.000 inwoners
Veel gebouwen

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eind 19e eeuw. Kwamen steeds meer fabrieken 
Mensen gingen in deze fabrieken werken.
 

Mensen gingen in deze steden wonen en kregen ook veel kinderen

Daardoor groeide de steden

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken opdracht 1 t/m 6
Bladzijde 134 -136

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Megastad, wereldstad, hoofdstad.

Amsterdam is onze hoofdstad: 1 miljoen mensen.
Istanbul is een megastad: meer dan 10 miljoen mensen.
New York: Er zijn banken en bedrijven te vinden voor de hele wereld. Dit noemen we een wereldstad.
Amsterdam
Istanbul
New York

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakencentrum, voorsteden of krottenwijken?
Zakencentrum
Krottenwijk
Voorsteden
Centrum van de stad met kantoren en dure winkels. 
Woonstad rond de grote stad met laagbouw. 
Wijk met zelfgebouwde huizen, vaak zonder waterleiding/elektriciteit.
Kenmerken:
- Er wonen weinig mensen
- Er staat veel hoogbouw/ wolkenkrabbers
- de grondprijzen zijn erg hoog

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stad bekend over heel de wereld. Veel internationale bedrijven en banken.

Meer dan 10 miljoen inwoners. 
Vaak zit de regering daar. 

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het centrum met wolkenkrabbers met daarin kantoren en dure winkels.

Arme mensen die hun eigen huizen bouwen, langs het spoor of bij een snelweg.

Mensen  wonen vaak aan de rand van de stad.
Hier kunnen ze in een groter huis wonen.
 

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen maken opdracht 7 t/m9
bladzijde 137 t/m 138

+ Herhaling!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies