Herhalen van termen klinisch redeneren en nut en noodzaak
Groepjes vastleggen.
Bekijken van verschillende manieren van klinisch redeneren.
Uitwerken van opdracht 1.
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht
Leg je buurman/buurvrouw nog eens uit wat klinisch redeneren precies is en waarom het zo belangrijk is.
Vul elkaar aan.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is klinisch redeneren?
Het is de kern van jou inschattingsvermogen als zorgverlener. Hierop ga je bepalen wat je vindt van de situatie maar ook wat je denkt dat er moet gebeuren en waarom.
Slide 4 - Tekstslide
Waarom klinisch redeneren
verantwoordelijkheid voor het juist over dragen van patienten.
Rol in vroegsignalering van van onverwachte situaties.
Zorginhoudelijk communiceren naar arts en andere zorgprofessionals.
Conform wet BIG je keuzes kunnen verantwoorden.
Met klinisch redeneren blijf je leren, door je carriere heen.
Slide 5 - Tekstslide
Type I-denken
Je hebt veel ervaring met handeling
Het gaat bijna onbewust en automatisch
Je handelt in soortgelijke situatie op dezelfde manier.
Voorbeeld?
Type II-denken
Het gaat vaak over nieuwe handelingen.
Je moet actief nadenken over een situatie.
Door te trainen kan type II- denken ontstaan.
Voorbeeld?
Slide 6 - Tekstslide
Klinisch redeneren
Zoek je groepje van drie op waarmee je de opdrachten gaat uitwerken.
Vul het invulblad in over de casus beroerte: par 12.1-12.1.7
Slide 7 - Tekstslide
Orrientatie op LWP (15 min)
Neem de tijd om het LWP nogmaals door te lezen.
Werk opdracht 1 helemaal uit.
Heb je nog geen leervraag geformuleerd? Dan is dit het moment!
Slide 8 - Tekstslide
Zie connect klassenmap
Volgende les is opdracht 1 helemaal afgerond en kunnen wer verder met opdracht 2.
Slide 9 - Tekstslide
Afsluiten van de les
Herhalen van termen klinisch redeneren en nut en noodzaak
Groepjes vastleggen.
Bekijken van verschillende manieren van klinisch redeneren.