L'adverbe

Leerdoelen
  1. Je kent de verschillende functies van het bijwoord.
  2. Je weet hoe je het bijwoord maakt.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  1. Je kent de verschillende functies van het bijwoord.
  2. Je weet hoe je het bijwoord maakt.

Slide 1 - Tekstslide

In het Nederlands hebben we geen aparte vorm voor het bijwoord:

Dat is een goed boek >> goed is een bijvoeglijk naamwoord

Hij zingt goed. >> goed is een bijwoord.

Slide 2 - Tekstslide

Waar zegt het bijwoord wat over in de volgende zinnen?
Il court vite
Elle chante très bien.
Ils sont vraiment contents.
bijwoord
werkwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Sleepvraag

Onregelmatige vormen

Onderstaande bijvoeglijk naamwoorden hebben een onregelmatige vorm voor het bijwoord:

Bijv.Nw                - Bijwoord                                  - Vertaling bijwoord

bon                           bien                                                goed, lekker

meilleur                  mieux                                             beter, lekkerder

mauvais                  mal                                                  slecht

long                          longtemps/longuement        lang

rapide                      vite/ rapidement                        snel

Slide 4 - Tekstslide

Bijwoord
Bijvoeglijk nw
bon
mal
belle
méchant
très
souvent
lent
longtemps
vrai
bien
trop
doux
mieux

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is het bijwoord van bon?
A
bien
B
bonnement
C
bonment
D
bienment

Slide 6 - Quizvraag

Bijwoord van seul
A
Seulment
B
Seulent
C
Seulement
D
Seule

Slide 7 - Quizvraag

Bijwoord

Étrange -->
A
Étrangement
B
Étrangemment

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het bijwoord?
A
bien
B
bon

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het bijwoord?
A
mauvais
B
mal

Slide 10 - Quizvraag

Bijwoord

Clair -->
A
Clairment
B
Clairement

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het bijwoord van "vrai"
A
vraiement
B
vraiment

Slide 12 - Quizvraag

Bijwoord van heureux
A
Heureuxment
B
Heureusement
C
Heurment
D
Heureuxes

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het bijwoord?
A
mieux
B
meilleur

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het bijwoord van:
amoureux
A
amoureusement
B
amoureuxement

Slide 15 - Quizvraag

Comment tu as trouvé le cours?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll