13-1: formuleren les 2

Deze les
Toetsstof en inleverdatum boekverslag 3
Pleonasme, tautologie en verwijswoorden
Nakijken (als er tijd is)
Tips en tops :)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deze les
Toetsstof en inleverdatum boekverslag 3
Pleonasme, tautologie en verwijswoorden
Nakijken (als er tijd is)
Tips en tops :)

Slide 1 - Tekstslide

Toets middeleeuwen
Datum: woensdag 2 februari (week 5)
Toetsstof:
  • Theorieboekje (zie je mail en Magister)
  • Aantekeningen
  • Nieuw Nederlands Literatuur blz. 76 t/m 91
  • Middeleeuwse boek dat je gelezen hebt: opdrachten en boekverslag

Slide 2 - Tekstslide

Boekverslag 3
  • Deadline doorgeven boektitel: dinsdag 1 februari
      Minimaal niveau 2, https://www.jeugdbibliotheek.nl/12-18-  jaar/lezen-voor-de-lijst/15-18-jaar/alle-boeken.html
  • Deadline boekverslag: dinsdag 22 februari 

Slide 3 - Tekstslide

Even opfrissen...
Kijk eens naar de volgende twee zinnen:
'Er is een laag verse witte sneeuw gevallen.'
'In quarantaine voelde ik mij eenzaam en alleen.'
Wat is hier aan de hand? Hoe heet dat ook alweer?

Slide 4 - Tekstslide

Dubbelop!
'Er is een laag verse witte sneeuw gevallen.'
- Sneeuw is altijd wit (als het goed is)
'In quarantaine voelde ik mij eenzaam en alleen.'
- Eenzaam en alleen zijn synoniemen

Dit kan je bewust gebruiken als stijlmiddel, maar dit kan ook onbewust gebeuren. Dan is het een stijlfout!

Slide 5 - Tekstslide

Pleonasme
Komt van het Griekse woord 'pleonasmos', betekent: overvloed.
Bij een pleonasme is er sprake van twee verschillende woordsoorten, waarbij het ene woord iets uitdrukt wat al in het andere woord besloten ligt. 

Slide 6 - Tekstslide

Tautologie
Komt van de Griekse woorden 'toto' en 'logos'. Dit betekent: hetzelfde woord.
Bij een tautologie wordt hetzelfde gezegd met twee verschillende woorden van dezelfde woordsoort.

Slide 7 - Tekstslide

Verwijswoorden: blz. 183-185 vakboek

  • Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
  • Hen/ hun
  • Aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden 
  • Bijwoorden
    Jaarkatern blz. 111-112
Opdracht 4: vraag 1, 3 en 5
Opdracht 5: vraag 1, 6 en 8 t/m 10 

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 4 en 5, blz. 111-112 jaarkatern
  • Opdracht 4: vraag 1, 3 en 5
  • Opdracht 5: vraag 1, 6 en 8 t/m 10 

Slide 9 - Tekstslide

Tips en tops
  • Iedereen krijgt een post-it
  • Schrijf allemaal een tip en een top voor mij op; ik haal ze daarna op :)
  • Mag anoniem, maar je mag ook je naam erbij schrijven!  

Slide 10 - Tekstslide