Tweede wereldoorlog Ede, Wageningen en Renkum
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Link
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Hoe werd de radiozender van het verzet genoemd?
A
Omroep Wilhelmina
B
Radio Canada
C
De Piratenzender
D
Radio Oranje
Slide 10 - Quizvraag
Met welke gebeurtenis begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Inval van Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije door Duitsland
B
De bombardementen op de Engelse stad Londen
C
Het bombardement van Rotterdam
D
De inval in Polen door het Duitse leger
Slide 11 - Quizvraag
In Nederland is er massaal verzet geweest tegen de jodenvervolging
A
Waar
B
Niet waar
C
Geen idee
Slide 12 - Quizvraag
In de april-mei stakingen 1943 kwam men in verzet tegen
A
de deportatie van 400 joden
B
Een verscherping van de arbeidsinzet
C
Ondersteuning van de aanval van de geallieerden
D
het instellen van de avondklok
Slide 13 - Quizvraag
Wat is GEEN verzetsdaad in Nederland?
A
februari staking
B
Radio Oranje
C
Bouwen van
Muur van Mussert
D
moord op Duitse commandant in Putten
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel procent van de mensen zaten in het verzet?
A
2
B
4
C
5
D
10
Slide 15 - Quizvraag
Het verzet neemt na april 1943 toe. Wat klopt niet?
A
de Arbeitseinsatz wordt verplicht
B
ex- krijgsgevangenen moeten zich melden
C
Nederlanders moeten verplicht vechten aan het oostfront
D
De Duitsers verliezen steeds meer terrein
Slide 16 - Quizvraag
Welke bewering over het Nederlandse verzet is juist?
A
Het Nederlandse verzet was na de oorlog vergevingsgezind tegenover NSB-ers en moffenmeiden
B
Het Nederlandse verzet was zeer gewelddadig en maakte ook veel onschuldige slachtoffers
C
Naar schatting heeft 45% van de Nederlandse bevolking meegedaan aan het verzet, veel meer dan in omringende landen
D
Het Nederlandse verzet gaf in het geheim verschillende kranten uit, zoals Trouw, het Parool en Vrij Nederland
Slide 17 - Quizvraag
Waarom kwam niet iedereen in verzet?
A
De meesten vonden de Duitsers aardig.
B
De meesten waren bang om opgepakt te worden.
C
De meesten hadden geen zin.
D
De meesten vonden het niet belangrijk genoeg.
Slide 18 - Quizvraag
Wie waren er tijdens de bezetting in de meerderheid; verzetsleden of collaborateurs?
A
Verzetsleden
B
Collaborateurs
Slide 19 - Quizvraag
Welke zin over Nederland en de Tweede Wereldoorlog is juist?
A
De Duitsers konden Nederland bezetten, omdat het leger niet terug vocht.
B
Duitse troepen trokken op 10 mei 1940 via het zuiden het land binnen.
C
Koningin Wilhelmina vluchtte zonder de ministers naar Londen.
D
Nederland wilde net als in de Eerste Wereldoorlog neutraal blijven.
