Klachtengesprek bij een hotel of camping in het Duits

Klachtengesprek bij een hotel of camping in het Duits

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je een klachtengesprek voeren bij een hotel of camping in het Duits.

Introduceer het leerdoel van de les.

Wat weet je al over het voeren van een klachtengesprek in het Duits?

Vocabulaire

Deutsch - Nederlands: Zimmer - kamer, Buchung - reservering, Beschwerde - klacht, Lärm - lawaai, usw.

Introduceer belangrijke vocabulaire die nodig is bij het voeren van een klachtengesprek.

Scenario

Stel je voor: je hebt een kamer geboekt in een hotel, maar het is erg luidruchtig. Wat zeg je?

Gebruik een scenario om de studenten te laten oefenen met het voeren van een klachtengesprek.

Vraagformulering

Ich möchte eine Beschwerde einreichen. - Ik wil een klacht indienen. Können Sie bitte etwas an dem Lärm tun? - Kunt u alstublieft iets doen aan het lawaai?

Leer de studenten hoe ze de juiste vraag moeten stellen om hun klacht duidelijk te maken.

Antwoorden begrijpen

Ich verstehe. Wir werden das Problem so schnell wie möglich beheben. - Ik begrijp het. We zullen het probleem zo snel mogelijk oplossen.

Oefen met de studenten hoe ze de antwoorden van het hotel of de camping begrijpen en wat ze kunnen verwachten.

Alternatieven bieden

Könnten Sie mir bitte ein anderes Zimmer geben? - Kunt u mij alstublieft een andere kamer geven?

Leer de studenten hoe ze alternatieven kunnen bieden om het probleem op te lossen.

Samenvatten

Dus u gaat het probleem oplossen en mij een ander kamer geven? - Ja, dat klopt.

Leer de studenten hoe ze kunnen samenvatten wat er is besproken om er zeker van te zijn dat hun klacht wordt opgelost.

Oefenen

Laat de studenten oefenen met het voeren van een klachtengesprek in kleine groepen.

Laat de studenten oefenen met het voeren van een klachtengesprek in kleine groepen en geef feedback op hun prestaties.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.