In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
H2.5: Nederland
Het land zonder grote stad
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind:
Je weet waar de belangrijkste steden en stedelijke gebieden liggen in Nederland.
Je begrijpt het verband tussen de stad en haar verzorgingsgebied.
Je kunt de ontwikkeling van stad tot stedelijk gebied uitleggen.
Slide 2 - Tekstslide
Welke stad zie je op de afbeelding?
A
Amsterdam
B
Utrecht
C
Rotterdam
D
Den Haag
Slide 3 - Quizvraag
Van stad naar agglomeratie
Vanaf de 19e eeuw is er een grote trek naar steden voor werk (verstedelijking: verhuizen van het platteland naar de stad).
Na 1900 werden steden steeds groter en groeiden over hun stadsgrenzen heen, ze slokte omliggende dorpen op. Hierdoor ontstaat er een agglomeratie (= aaneengesloten stedelijke bebouwing die zich over meer dan een gemeente uitstrekt).
De steden krijgen ook allemaal een eigen functie.
Slide 4 - Tekstslide
Functies vier grote steden Randstad
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de functie/taak van Utrecht?
Slide 6 - Open vraag
Ontwikkeling stad naar stedelijk gebied verloopt in 3 fasen:
Verstedelijking
Suburbanisatie
Stedelijk gebied
Slide 7 - Tekstslide
Oorzaken urbanisatie na 1880:
Opkomst van de industrie in de steden (werk).
Mechanisering landbouw (minder werk op platteland.
Gevolg hoge verstedelijkings-
tempo:
Woondichtheid in stad neemt toe.
Stad slokt omringende platteland op > agglomeratie = aaneengesloten stedelijke bebouwing die zich over meer dan één gemeente uitstrekt.
Slide 8 - Tekstslide
De vorming van stadsgewest en stedelijke gebieden ontstaan door suburbanisatie.
Oorzaken suburbanisatie:
Slide 9 - Tekstslide
Steden "netwerken" met elkaar in het stedelijk gebied. Ze wisselen allerlei activiteiten uit.
Slide 10 - Tekstslide
Stedelijke gebieden:
Geen aantekening!
Slide 11 - Tekstslide
Verzorgingsgebied= gebied dat door 1 plaats wordt voorzien van goederen en diensten.