§5.2 Future Tense


The Future
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les


The Future

Slide 1 - Tekstslide

Future Tenses
Future Simple = will + werkwoord 
Be going to = am/is/are + be going to + werkwoord
present continuous = am/is/are + werkwoord + ing
Present Simple = werkwoord / werkwoord + (e)s

Slide 2 - Tekstslide

Future Simple
* Voorspellingen zonder bewijs
* Belofte, voorstel of aanbod
* Bij beslissingen op het moment van spreken
* toekomstige feiten
I think it will rain tomorrow.
I promise that I will help you.
Don't worry, I will go to the supermarket to buy us some snacks.

(+) = will + hele werkwoord
(-) = will not / won't + hele werkwoord
(?) = Will + onderwerp + hele werkwoord

Vraagzin + voorstel + I of We = Shall + I/we + werkwoord
Shall we go to the cinema later?

Slide 3 - Tekstslide

Be Going To
* toekomstige plannen en intenties
* voorspellingen gebaseerd op bewijs

I am going to learn French next year
Look at the clouds, it is going to snow later.

(+) am/is/are + going to + werkwoord
(-) am not/is not/are not + going to  + werkwoord
(?) am/is/are + onderwerp + going to + werkwoord

Slide 4 - Tekstslide

Present Continuous
* geplande afspraken in de nabije toekomst (staat zo goed als vast)

I am driving to New York tomorrow
Tom is playing videogames with his friends tonight

(+) am/is/are + werkwoord + ing
(-) am not/is not/are not + werkwoord + ing
(?) am/is/are + onderwerp + werkwoord + ing

Slide 5 - Tekstslide

Present Simple
* tijdschemas

I have English at 8 o'clock tomorrow.
The next train leaves at 7:30.
(+) werkwoord of werkwoord+s
(-) don't + werkwoord of doesn't + werkwoord
(?) Do + onderwerp + werkwoord of Does + onderwerp + werkwoord

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Oefening 1
Zet de onderstaande zinnen in de future. Kies tussen:
Present Simple, Present Continuous, Will, Be going to

Type alleen de werkwoorden

Slide 8 - Tekstslide

The train _____ at 11.45 (to leave)

Slide 9 - Open vraag

We _____ dinner at a nice restaurant on Saturday, but we haven't booked a table yet. (to have)

Slide 10 - Open vraag

On Sunday at 8 o'clock I _____ my friend. (to meet)

Slide 11 - Open vraag

Wait! I _____ you to the station. (to drive)

Slide 12 - Open vraag

Look at the clouds - it _____ in a few minutes. (to rain)

Slide 13 - Open vraag

Oefening 2
Zet de zinnen in de juiste volgorde. Zet hierbij ook het werkwoord tussen haakjes in de juiste vorm van de toekomst.

Slide 14 - Tekstslide

to my parents / (to go) / tomorrow. / we

Slide 15 - Open vraag

at 8:45. / lesson / English / The / (to start)

Slide 16 - Open vraag

Harry / (to be) / in 2050 / old / how / ?

Slide 17 - Open vraag

This time / we / to York. / (to drive) / tomorrow

Slide 18 - Open vraag

I have my ticket, / I / (to fly) / to Spain / tomorrow.

Slide 19 - Open vraag

Oefening 3
Leg de vragen uit in je eigen woorden in het Nederlands

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen:
'I am flying tomorrow' en 'I am going to fly tomorrow'

Slide 21 - Open vraag

Wat is het verschil tussen 'Mr York is going to win' en 'Mr York will win'?

Slide 22 - Open vraag

Vertaal deze zin:
'Morgen gaan wij op vakantie'

En leg uit hoe en waarom je het werkwoord hebt veranderd.

Slide 23 - Open vraag

Oefening 4
vervoeg de zinnen in de juiste vorm
typ de hele zin

Slide 24 - Tekstslide

They (to drive) to New York tomorrow morning. (the car has already been packed)

Slide 25 - Open vraag

I hope the weather (to be) nice.

Slide 26 - Open vraag

I offered him this job. I think he (to take) it.

Slide 27 - Open vraag

I promise I (not / to tell) your secret to anyone.

Slide 28 - Open vraag

Take your umbrella with you. It (to rain).

Slide 29 - Open vraag

I love London. I (probably / to go) there next year.

Slide 30 - Open vraag

Our train (to leave) at 4:47.

Slide 31 - Open vraag

What (wear / you) at the party tonight?

Slide 32 - Open vraag

I think I (to find) something nice in my mum's wardrobe.

Slide 33 - Open vraag

This is my last day here. I (to go)
back to England tomorrow.

Slide 34 - Open vraag

Hurry up! The conference (to begin)
in 20 minutes.

Slide 35 - Open vraag

My horoscope says that I (meet)
an old friend this week.

Slide 36 - Open vraag

Look at these big black clouds! It (to rain) .

Slide 37 - Open vraag

Here is the weather forecast. Tomorrow (be) dry and sunny.

Slide 38 - Open vraag

What does a blonde say when she sees a banana skin lying just a few metres in front of her? - Oh dear! I (to slip) !

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Link

Slide 41 - Link

Slide 42 - Link