Klas 1H / HV

Dienstag den 11. Februar 2025
Welkom bij de les Duits!

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dienstag den 11. Februar 2025
Welkom bij de les Duits!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?
Grammatica werkwoorden
Huiswerk
Einde les

Slide 3 - Tekstslide

regelmatige werkwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vervoeg je werkwoorden? 


1. Maak de stam van het werkwoord
2. Zet de juiste uitgang erachter 

Slide 5 - Tekstslide

de stam van het werkwoord
          Bijna alle ww in het Duits 
          eindigen op -en (sommige op -n)
          Als je -en eraf haalt 
          hou jij de stam over: 

b.v. machen, stam is dan mach-
      

Slide 6 - Tekstslide

Vervoeging werkwoorden
FE-
ich
spiele
du
spielst
er / sie / es
spielt
wir
spielen
ihr
spielt
sie / Sie
spielen

Slide 7 - Tekstslide

Stam eindigt op -d of -t
arbeiten                  ->  arbeit-
melden                    ->  meld-

tanzen                     ->  tanz-
reisen                      ->   reis-

Slide 8 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden: met stam op -t/-d
werkwoord: arbeiten, stam:arbeit
ich arbeit e
du arbeit est
er/sie es arbeit et
wir arbeit en
ihr arbeit et
sie arbeit en
Sie arbeit en


Slide 9 - Tekstslide

Werkwoorden met d/t in stam


(arbeiten)


(melden)
ich
arbeit - e
meld-e
du
arbeit -  est
meld- est 
er/sie/es
arbeit - et
meld-et
wir
arbeit - en
meld- en
ihr
arbeit - et
meld - e
sie/Sie
arbeit - en
meld - en
ge - arbeit -et
ge - meld - et

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

voltooid deelwoord bij werkwoorden die eindigen op 
-d of -t
arbeiten
ge arbeit et
(+e)

Slide 12 - Tekstslide

oefenen
Welke vorm is juist?

Slide 13 - Tekstslide

lachen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
lache
lacht
lachst
lachen
lacht
lachen

Slide 14 - Sleepvraag

reden

ich ...
A
rede
B
redest
C
redet
D
reden

Slide 15 - Quizvraag

mieten

ihr
A
miete
B
mietest
C
mietet
D
mieten

Slide 16 - Quizvraag

Ich ...... einen Brief. (schreiben)
A
schreib
B
schreibe
C
schreibt
D
schreiben

Slide 17 - Quizvraag

....... ihr am Sonntag mit zu Oma? (kommen)
A
Komm
B
Komme
C
Kommt
D
Kommen

Slide 18 - Quizvraag

Wir ....... gerne Karaoke. (singen)
A
singe
B
singen
C
singt
D
singst

Slide 19 - Quizvraag

Mila & Sophie ... (reiten)
A
reitest
B
reitet
C
reiten
D
reit

Slide 20 - Quizvraag

Warum ... ihr nicht auf meine Frage?!
A
antworte
B
antwortst
C
antwortest
D
antwortet

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord
van machen?
A
macht
B
gemacht
C
gemachtet
D
machtet

Slide 22 - Quizvraag

Habt ihr lange ........(warten)

Slide 23 - Open vraag

Dieser Jeans hat 45 Euro ......(kosten).

Slide 24 - Open vraag

en nu in een zin

Slide 25 - Tekstslide

Warum (warten) ............. du nicht?

Slide 26 - Open vraag

Meine Freundin (reden) zu viel...

Slide 27 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op:

Ich (schreiben) …… einen Brief.

Slide 28 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op:

Mein Bruder (spielen) …….. mit dem Ball.

Slide 29 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op:

Er (kaufen) ........... einen Skihelm.

Slide 30 - Open vraag

Schrijf de juiste vorm op:

Isa (retten) ……. eine Katze aus dem Wasser.

Slide 31 - Open vraag

Hausaufgaben
Kapitel 2
Leren: Lektion 1 +2 / blz. 92
Maken: opdracht 9, 10, 11 / blz. 59

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide