Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
v/h 2 regelmäßige Verben mit Besonderheiten 2
Regelmäßige Verben
+
haben en sein
1 / 50
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
50 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Regelmäßige Verben
+
haben en sein
Slide 1 - Tekstslide
Wiederholung haben und sein
Herhaling van de werkwoorden haben en sein
Slide 2 - Tekstslide
Haben
ich (ik)
habe
du (jij)
hast
er/sie/es (hij/zij/het)
hat
wir (wij)
haben
ihr (jullie)
habt
sie/Sie (zij/u)
haben
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
hast
habe
haben
haben
hat
habt
Slide 5 - Sleepvraag
Sein
ich (ik)
bin
du (jij)
bist
er/sie/es (hij/zij/het)
ist
wir (wij)
sind
ihr (jullie)
seid
sie/Sie (zij/u)
sind
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
seid
sind
bin
sind
ist
bist
Slide 8 - Sleepvraag
Das ... meine Schwester.
A
bist
B
ist
C
sind
D
seid
Slide 9 - Quizvraag
Ich ... einen Hund
A
habe
B
hast
C
haben
D
habt
Slide 10 - Quizvraag
Ihr ... meine beste Freunde.
A
ist
B
bist
C
sind
D
seid
Slide 11 - Quizvraag
Meine Brüder ... 11 und 12 Jahre alt.
A
ist
B
sind
C
seid
D
bist
Slide 12 - Quizvraag
Der Lehrer ... sein Handy kaputt gemacht.
A
ist
B
hat
C
sind
D
habt
Slide 13 - Quizvraag
Hallo Herr Roseboom, was ... Sie gestern gemacht?
A
hat
B
haben
C
ist
D
sind
Slide 14 - Quizvraag
Haben en sein
Heb ik al goed onder de knie
Maak ik soms nog wat foutjes in
Gaat nog iets te vaak fout
Ken ik echt nog helemaal niet
Slide 15 - Poll
Hoe maak je in het Duits de stam van een werkwoord?
A
hele werkwoord
B
de 'en' aan het einde van werkwoord afheln
C
ik-vorm
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de stam van "spielen"?
Slide 17 - Open vraag
Wat is de stam van "kommen"?
Slide 18 - Open vraag
Wat is de stam van "atmen"?
Slide 19 - Open vraag
Konjungieren von regelmäßige Verben
werkwoord: wohnen, stam:wohn
ich wohn
e
du wohn
st
er/sie es wohn
t
Partizip Perfekt: ge
wohn
t
wir wohn
en (bei schwachen Verben)
ihr wohn
t
sie/Sie wohn
en
Ezelsbruggetje: (fe) e-st-t-en-t-en
Slide 20 - Tekstslide
Ich (schreiben) …… einen Brief
Slide 21 - Open vraag
Mein Bruder (spielen) …….. mit dem Ball
Slide 22 - Open vraag
Wir haben alle herzlich (lachen) …….
Slide 23 - Open vraag
Frau Schreiber (gehen) ……. ins Klassenzimmer
Slide 24 - Open vraag
Besonderheiten
Slide 25 - Tekstslide
Regelmäßige Verben:
Stamm endet mit -s/-ß/-z
Verb: heißen, Stamm:heiß, tanzen, Stamm: tanz, reisen, Stamm: reis
ich heiß
e
du heiß
t
du tanz
t
du reis
t
er/sie es heiß
t
wir heiß
en
ihr heiß
t
sie/Sie heiß
en
Slide 26 - Tekstslide
Regelmäßige Verben:
Stamm endet mit -t/-d
werkwoord: arbeiten, stam:arbeit
ich arbeit
e
du arbeit
est
du find
est
er/sie es arbeit
e
t
du find
est
wir arbeit
en
ihr arbeit
e
t
ihr find
et
sie /Sie arbeit
en
Slide 27 - Tekstslide
Regelmäßige Verben:
Stamm endet mit ffn/gn/chn/tm
werkwoord: öffnen, stam:öffn
ich öffn
e
du öffn
est
rechn
est
atm
est
er/sie es öffn
et
rechn
est
es regn
et
atm
et
wir öffn
en
ihr öffn
et
ihr rechn
et
atm
est
sie /Sie öffn
en
Slide 28 - Tekstslide
Üben
Was ist richtig?
Slide 29 - Tekstslide
mieten
ihr
A
miete
B
mietest
C
mietet
D
mieten
Slide 30 - Quizvraag
kaufen
du
A
kaufet
B
kauft
C
kaufest
D
kaufst
Slide 31 - Quizvraag
sitzen
du ...
A
sitzest
B
sitzt
C
sitzst
D
sitzen
Slide 32 - Quizvraag
reden
ich ...
A
rede
B
redest
C
redet
D
reden
Slide 33 - Quizvraag
gehen
sie (singular)
A
gehe
B
geht
C
gehen
D
gehst
Slide 34 - Quizvraag
begegnen
er ...
A
begegne
B
begegnest
C
begegnet
D
begegnen
Slide 35 - Quizvraag
Und jetzt in einem Satz
Slide 36 - Tekstslide
Warum (warten) ............. du nicht?
Slide 37 - Open vraag
Ich (kommen) ............ nach Hause.
Slide 38 - Open vraag
Wir haben das Spiel (kaufen) ...........
Slide 39 - Open vraag
Er (leihen) ........... einen Skihelm
Slide 40 - Open vraag
Warum (öffnen) ............. du nicht?
Slide 41 - Open vraag
Es (regnen) ............ morgen leider..
Slide 42 - Open vraag
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (hören) gerne Musik.
A
hort
B
höre
C
horst
D
horen
Slide 43 - Quizvraag
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ihr (reden) immer so viel.
A
redst
B
reden
C
redt
D
redet
Slide 44 - Quizvraag
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Du (besuchen) die Oma.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche
Slide 45 - Quizvraag
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Meine Freundin (rechnen) mit dir.
A
rechnen
B
rechnest
C
rechnet
D
rechne
Slide 46 - Quizvraag
Zusammenfassung:
Slide 47 - Tekstslide
Wat zijn de uitgangen van de regelmatige werkwoorden?
(schrijf het onder elkaar)
Slide 48 - Open vraag
Welke uitzonderingen zijn er?
Slide 49 - Open vraag
Slide 50 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
v/h 2 regelmäßige Verben mit Besonderheiten
November 2022
- Les met
36 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2vwo: Kap4-C-regelmatige werkwoorden + d/t + ss/s/z/ß-bearb
Februari 2024
- Les met
47 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
vervoegen
November 2020
- Les met
11 slides
Duits
L2/A2: 2. April 2021
April 2021
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Stunde 7: regelmäßige Verben + haben/sein
November 2023
- Les met
11 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Wiederholung haben, sein und regelmäßige Verben
Maart 2021
- Les met
28 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H. Kapitel 2: die Verben
September 2021
- Les met
37 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
(11 mei) ww met stam op -d/t (NaKlar 1 T/H Kap. 3 Lekt. 4)
Mei 2020
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1