10.6 Stap voor stap verteren deel 2
1 / 28
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Er volgen nu vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
De vragen gaan niet alleen over de vorige les, maar juist ook over leerstof van de week (weken) ervoor.
Je ziet doorsnedes van bloedvaten. Welke geeft een slagader aan?
A
A
B
B
C
C
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Letter L =
A
Bronchie
B
Longblaasje
C
Luchtpijptakje
D
Luchtpijp
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Gaswisseling.
Welke pijl geeft koolstofdioxide aan?
Welke pijl geeft koolstofdioxide aan?
A
A
B
B
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Peristaltische bewegingen zijn een vorm van chemische vertering.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
dunne darm
slokdarm
dikke darm
lever
maag
Slide 8 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Met deze dia plaats je de leerstof in het grotere geheel, de context van de orgaanstelsels.
Slide 11 - Tekstslide
Mechanische vertering
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Video
Dunne darm nader bekeken, oppervlaktevergroting.
Slide 18 - Tekstslide
Inleidende dia om het concept 'oppervlakte' even helder te krijgen.
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Laat met een A3 en A4 papier zien hoe je oppervlakte kunt vergroten. Vouw de A3 zoals in de afbeelding, dan past het makkelijk op een A4.
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke bewering klopt?
A
P is de minimumtemperatuur voor dit enzym.
B
Q is de optimumtemperatuur voor dit enzym.
C
R is de maximumtemperatuur voor dit enzym.
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke kleur heeft het enzym?
A
Rood
B
Paars
C
Blauw
D
Groen
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de reden dat de dunne darm plooien en darmvlokken heeft?
A
Dan gaat de voedselbrij langzamer door de darm
B
Dat zorgt voor oppervlaktevergroting waardoor er meer plek is voor stofwisseling
C
Dat zorgt voor betere darmperistaltiek
D
Dat zorgt voor een betere mechanische vertering
Slide 26 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 28 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
