Spookjes les 2: Kenmerken van sprookjes en starten met je eigen sprookje

Spookjes les 2: Kenmerken van sprookjes 
en starten met je eigen sprookje
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spookjes les 2: Kenmerken van sprookjes 
en starten met je eigen sprookje

Slide 1 - Tekstslide

Sprookjes hebben een reeks algemene kenmerken:

  • Onbegrensde fantasie en magie
  • Sprookjes zijn gemakkelijk en eenvoudige verhalen
  • De hoofdpersonen zijn ‘goed’ of ‘slecht’ en hebben vooral ‘goede’ of ‘slechte’ eigenschappen
  • Het verhaal is in de directe rede: dat betekent een letterlijke weergave van iemands woorden (vb: ‘Ik ga nu op pad met mijn mandje’, zei Roodkapje. En niet: Roodkapje zei dat ze op weg ging met haar mandje)
  • Het sprookje heeft een moraal/ wijze les

Slide 2 - Tekstslide

Vragen om jezelf te stellen bij de sprookjes die we zo gaan kijken, zijn:

  • Wie?
  • Waar?
  • Wanneer?
  • Wat?
  • Waarom?
  • Hoe?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wie zijn de twee hoofdpersonen?

Slide 5 - Open vraag

Roodkapje is 'goed'. Aan welke kenmerken herken je dat?
A
Vrolijk
B
Nieuwsgierig
C
Lief
D
Zorgzaam

Slide 6 - Quizvraag

De wolf is de 'slechte persoon'. Aan welke kenmerken herken je dat?
A
Boos
B
Sluw
C
Oneerlijk
D
Lui

Slide 7 - Quizvraag

Waar speelt het verhaal zich af?

Slide 8 - Open vraag

Wanneer speelt het verhaal zich af?

Slide 9 - Open vraag

Waarom gaat Roodkapje op pad naar oma?

Slide 10 - Open vraag

Wat gebeurt er dan? 
Sleep naar de goede plek
Roodkapje komt de wolf tegen en gaat van het pad af om bloemen te plukke
De wolf gaat naar het huisje van oma en eet oma en Roodkapje op
De jager bezoekt oma en snijdr de buik van de wolf open. Oma en Roodpakje worden bevrijd
De wolf valt in de waterput door de stenen in zijn buik en verdrinkt

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is het moraal (de wijze les) van
dit sprookje?

Slide 12 - Open vraag

Opdracht:
Je gaat een sprookje schrijven.

Vandaag ga je de eerste voorbereidingen doen. 
Denk na over de volgende punten:
  1. De hoofdpersonen (goed en slecht persoon).
  2. De eigenschappen van de hoofdpersonen.
  3. Hoe begint het sprookje?
  4. Hoe eindigt het sprookje?
  5. Wat is het moraal/ de wijze les?
  6. Gebruik: wie - waar - wanneer - wat - waarom - hoe.
    Geef antwoord op bovenstaande vragen en sla het op in een Word-document.


Slide 13 - Tekstslide

Wat vond je van deze opdracht?
A
Heel leuk
B
Beetje leuk
C
Niet zo leuk
D
Helemaal niet leuk

Slide 14 - Quizvraag

Wat ging er goed?

Slide 15 - Woordweb

Wat ging er minder goed?

Slide 16 - Woordweb

Wat ga je de volgende les anders doen?

Slide 17 - Woordweb