In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Bloeddruk
Slide 1 - Tekstslide
Hypotensie betekent
A
lage bloeddruk, systole < 100 mm Hg
B
hoge bloeddruk, systole >100 mm Kg
C
lage bloeddruk, diastole < 60mm Hg
D
hoge bloeddruk, diastole < 60 mm Kg
Slide 2 - Quizvraag
Op welke factoren let je als je de hartslag telt bij een bewoner?
Slide 3 - Woordweb
Welke ademhaling zie je veelal bij een stervende client?
A
cheyne- stokes
B
tachypneu
C
apneu
D
Kuss-mall
Slide 4 - Quizvraag
Welke medicatie kan een apneu veroorzaken, indien je er te veel van geeft of de client al heel erg ziek is?
A
furosemide
B
metropolol
C
morfine
D
dormicum
Slide 5 - Quizvraag
Bloeddruk
Het hart pompt het bloed rond in je lichaam via je slagaders. De druk die dit uitvoert op de bloedvaten wordt 'bloeddruk' genoemd.
Je bloeddruk bestaat altijd uit 2 waarden: een bovendruk en een onderdruk.
Bovendruk = Systolische bloeddruk is de druk op de bloedvaten als het hart samentrekt
Onderdruk = Diastolische bloeddruk is de druk op de bloedvaten als het hart zich ontspant.
Slide 6 - Tekstslide
Bloedruk
Bloedruk wordt ook wel tensie genoemd.
De bloeddruk wordt gemeten in mm/Hg
Bloeddruk wordt vaak genoteerd als rr 120/80; rr staat voor Riva Rocci (de bedenker van de meetmethode)
Slide 7 - Tekstslide
Hypotensie
Een lage bloeddruk (hypotensie) is een bloeddruk waarbij klachten optreden zoals duizeligheid, flauwvallen of een licht gevoel in het hoofd.
Dit kan voor iedereen bij een andere waarde het geval zijn.
Bij orthostatische hypotensie daalt de bloeddruk bij (te snel) opstaan waardoor klachten ontstaan.
Slide 8 - Tekstslide
Hypertensie
Bij een hoge bloeddruk (hypertensie) is meestal zowel de onder- als de bovendruk verhoogd. Het komt ook voor dat alleen de bovendruk is verhoogd. Alleen een verhoogde onderdruk komt niet vaak voor.
Een hoge bloeddruk verhoogt de kans op hart en vaatziekten.
Je merkt vaak niets van een hoge bloeddruk. Bij een ernstig verhoogde bloeddruk kunnen wel klachten optreden. Je kunt dan hoofdpijn hebben of vermoeid, misselijk, kortademig, rusteloos zijn. Ook kun je wazig zien.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Saturatie
Zuurstofgehalte in het bloed
SPo2
Normaalwaarde
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Temperatuur
Normaalwaarde
Manieren van meten
Slide 13 - Tekstslide
OPDRACHT
Zoek de normaalwaarde van de temperatuur op voor:
- Kind
- Volwassene
- Oudere
Schrijf de verschillende waardes op.
timer
5:00
Slide 14 - Tekstslide
Temperatuur
Slide 15 - Tekstslide
Temperatuur
De normale lichaamstemperatuur is bij de meeste mensen tussen de 36,5C en 37,5C, met als gemiddelde 37C.
Verhoging; temperatuur tussen de 37,5C en 38,0C
Koorts: > 38.0C
Hypothermie = < 35 °C
Slide 16 - Tekstslide
Wat is koorts?
Slide 17 - Woordweb
Koorts
Koorts is een reactie van je lichaam op een infectie met virussen of bacteriën. Bij een hogere temperatuur groeien virussen en bacteriën minder goed. Het is dus een natuurlijk afweerreactie.
Slide 18 - Tekstslide
Koorts
38,0C tot 38,5C =lichte koorts
tot 39,0C = matige koorts,
tot 39,5C = hoge koorts
40C of hoger = hevige koorts.
Koortspieken van 41C en 42C komen ook voor, bij koortspieken van 43C is de situatie levensbedreigend.