In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Anatomie van het hart
Grote en kleine bloedsomloop
Vitale Functies
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Anatomie hart
Slide 3 - Tekstslide
De kleine en grote bloedsomloop
Het bloed circuleert in twee gescheiden systemen die in het hart bij elkaar komen.
De grote bloedsomloop (lichaamscirculatie)
De kleine bloedsomloop (longcirculatie)
Slide 4 - Tekstslide
Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop (opname zuurstof, afgifte afvalstoffen)
Grote bloedsomloop. (Afgifte van zuurstof, opnamen van afvalstoffen)
Slide 5 - Tekstslide
kleine en grote bloedsomloop
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Wat zijn vitale functies?
Slide 8 - Woordweb
Vitale Functies
Dit zijn de meest belangrijke functies in het lichaam en zijn onmisbaar zijn voor het behoud van leven. Met andere woorden: deze functies houden het menselijk lichaam in leven.
De vitale functies die we kennen zijn: ademhaling, circulatie (hartslag en bloeddruk), bewustzijn, temperatuur.
Slide 9 - Tekstslide
Vitale Functies
Wanneer één van de functies een stoornis heeft of wegvalt, heeft dat gevolgen voor de anderen.
Een belangrijk taak in het werk van de verpleegkundige is het monitoren en controleren van deze waarden en een wijziging hierin opmerken en beoordelen.
Vitale functies moeten in rust gemeten worden
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
EWS
Slide 12 - Tekstslide
Bij persoonlijke verzorging 2
Ademhaling observeren
Pols tellen
Bloeddruk meten
Temperatuur meten
Vandaag de theorie
Slide 13 - Tekstslide
Ademhaling
Slide 14 - Tekstslide
Wat kan je observeren aan de ademhaling?
Slide 15 - Woordweb
Observaties
Ademfrequentie (aantal ademhalingen per minuut) Een normale ademhalingsfrequentie ligt tussen de 12 en 20 ademhalingen per minuut. Bij kinderen ligt dit wat hoger.
Ritme (het ritme van de ademhalingen of bijvoorbeeld het ademhalen met pauzes)
Diepte en gelijkmatigheid (de hoeveelheid lucht ingeademd per inademing)
Adembewegingen (ademhalingsspieren: let op de nek en neusvleugels)
Ademgeluiden (piepen, reutelen, rochelen)
Saturatie (hoeveelheid zuurstof die in de weefsels wordt opgenomen, normaalwaarde is >98%
Slide 16 - Tekstslide
zoek op:
Apneu
Tachypneu
Cheyne- stokes
Kussmaul
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Hoe tel je de ademhalingsfrequentie?
Slide 19 - Tekstslide
Hartslag
Slide 20 - Tekstslide
Wat kan je observeren aan de hartslag?
Slide 21 - Woordweb
Hartslag
Frequentie (het aantal hartslagen per minuut)
Ritme (slaat het hart regelmatig of onregelmatig, ook wel regulair of irregulair)
Vulling (is de vulling per hartslag: veel of weinig)
Gelijkmatigheid (van de vulling van de hartslag)
Slide 22 - Tekstslide
Hartslag
Het hart vormt samen met de bloedvaten het circulatiesysteem. Bij iedere samentrekking van de linker hartkamer wordt bloed in de aorta (= lichaamsslagader) gepompt. Hierdoor zetten de wanden van de slagaders (arteriën) telkens even uit en nemen daarna hun oorspronkelijke vorm weer aan.
Dit wordt pulsatie genoemd. De pulsatie is het best voelbaar op plaatsen waar slagaders vlak onder de huid lopen boven een benige onderlaag.
Slide 23 - Tekstslide
Hartslag
Het hart is een pomp die 4 tot 5 liter bloed per minuut rondpompt. Het bloed bevat zuurstof en voedingsstoffen voor alle spieren en organen.
Het hart is ongeveer zo groot als een gebalde vuist en groeit met je lichaam mee. Het hart bestaat uit 4 holle ruimtes:
Linkerboezem: hier stroomt zuurstofrijk bloed uit de longen binnen
Linkerkamer: pompt het zuurstofrijke bloed het hele lichaam rond
Rechterboezem: hier stroomt zuurstofarm bloed uit het lichaam binnen
Rechterkamer: pompt het zuurstofarme bloed naar de longen
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Hoe tel je de pols?
Slide 26 - Tekstslide
Bloeddruk
Slide 27 - Tekstslide
Bloeddruk
Het hart pompt het bloed rond in je lichaam via je slagaders. De druk die dit uitvoert op de bloedvaten wordt 'bloeddruk' genoemd.
Je bloeddruk bestaat altijd uit 2 waarden: een bovendruk en een onderdruk.
Bovendruk = Systolische bloeddruk is de druk op de bloedvaten als het hart samentrekt
Onderdruk = Diastolische bloeddruk is de druk op de bloedvaten als het hart zich ontspant.
Slide 28 - Tekstslide
Systole
Diastole
Slide 29 - Tekstslide
Bloedruk
Bloedruk wordt ook wel tensie genoemd.
De bloeddruk wordt gemeten in mm/Hg
Bloeddruk wordt vaak genoteerd als rr 120/80; rr staat voor Riva Rocci (de bedenker van de meetmethode)
Slide 30 - Tekstslide
De bloeddruk wordt gereguleerd door:
Hormonale systeem
Autonome zenuwstelsel
De hoogte van de Bloeddruk wordt bepaald door:
De pompfunctie van het hart
Weerstand van de kleine vaten
Elasticiteit van de slagaderwanden
Bloedvolume
Stroperigheid van het bloed (Viscositeit)
Slide 31 - Tekstslide
Hypotensie
Een lage bloeddruk (hypotensie) is een bloeddruk waarbij klachten optreden zoals duizeligheid, flauwvallen of een licht gevoel in het hoofd.
Dit kan voor iedereen bij een andere waarde het geval zijn.
Bij orthostatische hypotensie daalt de bloeddruk bij (te snel) opstaan waardoor klachten ontstaan.
Slide 32 - Tekstslide
Hypertensie
Bij een hoge bloeddruk (hypertensie) is meestal zowel de onder- als de bovendruk verhoogd. Het komt ook voor dat alleen de bovendruk is verhoogd. Alleen een verhoogde onderdruk komt niet vaak voor.
Een hoge bloeddruk verhoogt de kans op hart en vaatziekten.
Je merkt vaak niets van een hoge bloeddruk. Bij een ernstig verhoogde bloeddruk kunnen wel klachten optreden. Je kunt dan hoofdpijn hebben of vermoeid, misselijk, kortademig, rusteloos zijn. Ook kun je wazig zien.
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Hoe meet je de bloeddruk?
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
98/68
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Video
108/68
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Video
136/90
Slide 41 - Tekstslide
Temperatuur
Slide 42 - Tekstslide
Lichaamstemperatuur
De kerntemperatuur is de temperatuur die heerst in
de romp en de hersenen.
Constant evenwicht tussen de productie
van warmte en warmteverlies.
Slide 43 - Tekstslide
Temperatuur
De normale lichaamstemperatuur is bij de meeste mensen tussen de 36,5C en 37,5C, met als gemiddelde 37C.
Verhoging; temperatuur tussen de 37,5C en 38,0C
Koorts: > 38.0C
Hypothermie = < 35 °C
Slide 44 - Tekstslide
Wat is koorts?
Slide 45 - Woordweb
Koorts
Koorts is een reactie van je lichaam op een infectie met virussen of bacteriën. Bij een hogere temperatuur groeien virussen en bacteriën minder goed. Het is dus een natuurlijk afweerreactie.
Slide 46 - Tekstslide
Koorts
38,0C tot 38,5C =lichte koorts subfebriele koorts
tot 39,0C = matige koorts,
tot 39,5C = hoge koorts
40C of hoger = hevige koorts.
Koortspieken van 41C en 42C komen ook voor, bij koortspieken van 43C is de situatie levensbedreigend.
hypothermie
hyperthermie
Slide 47 - Tekstslide
Op welke manieren kan je de temperatuur meten?
Slide 48 - Woordweb
Hoe kan je bij iemand de temperatuur reguleren?
Slide 49 - Open vraag
Bewustzijn
Ademfrequentie
SpO2
RR
Hartritme
Turgor
Kerntemperatuur
Helder, adequaat
23 p/min
98%
80/45
118 irregulair
normaal
36.5
Welke waarde is afwijkend?
Slide 50 - Tekstslide
Vragen?
Pols
Bloeddruk
Ademhaling
Slide 51 - Tekstslide
Volgende week...
Mindmap + schematische tekening hart maken in de les.