1.2 Luchtdruk

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

H2 Het weer
Pak je chromebook er bij en meld je aan bij lesson-up.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Herhalen 2.1
  • Test jezelf 2.1
  • Uitleg 2.2
  • Opdrachten 2.2 maken
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Deeltjesmodel

Alle stoffen bestaan uit moleculen en over die moleculen zijn een aantal dingen bekend:

  • De moleculen van een stof veranderen niet.
  • De moleculen van een stof bewegen altijd.
  • De moleculen van een stof trekken elkaar aan.
De drie fases:

Slide 4 - Tekstslide

Faseovergang

Slide 5 - Tekstslide

Als je met water op tafel knoeit, zie je vaak plassen liggen en geen losse druppeltjes. Leg uit met behulp van het deeltjesmodel hoe dit komt.

Slide 6 - Open vraag

Hoe bewegen de deeltjes als water is verdampt?
A
De deeltjes hebben een eigen vaste plaats en bewegen op die vaste plaats snel heen en weer.
B
De deeltjes hebben geen vaste plaats en bewegen langs elkaar heen.
C
De deeltjes bewegen los van elkaar en de onderlinge aantrekkingskracht is erg klein.
D
De deeltjes hebben een eigen vaste plaats en staan stil.

Slide 7 - Quizvraag

Welke faseovergang zorgt ervoor dat mist ontstaat?

Slide 8 - Open vraag

Welke faseovergang heeft hier plaatsgevonden?

Slide 9 - Open vraag

Wat weet je over de temperatuur in de afbeelding?

Slide 10 - Open vraag

Hoe gaat 2.1?
Ga naar 2.1 en maak test jezelf.


Klaar?
Start met het lezen en maken van 2.2




timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

2.2 Luchtdruk 

Slide 12 - Tekstslide

Luchtdruk
Hoe hard drukken de luchtmoleculen op je.

Hoe hoger je bent, hoe lager de druk.

Slide 13 - Tekstslide

Luchtdruk meten
Luchtdruk meet je met een barometer.

De luchtdruk meet je in bar of pascal

1 bar = 100 Pa

Slide 14 - Tekstslide

Luchtdruk 
Hoge druk = mooi weer
Lage druk = slecht weer

Gemiddeld schommelt de luchtdruk tussen 940 tot 1060 bar.

Slide 15 - Tekstslide

Onderdruk en overdruk

Slide 16 - Tekstslide

Overdruk en onderdruk



Luchtdruk meet je met een barometer.

Gasdruk meet je met een manometer


Absolute druk = luchtdruk + overdruk

Slide 17 - Tekstslide

En nu zelfstandig aan het werk
Maak opdracht 1 t/m 12
Blz. 88 t/m 92

Slide 18 - Tekstslide