Herhalingsles korte/lange klanken
1 / 43
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Video
Welke woord met een korte klank ken je?
korte klank
Slide 5 - Woordweb
Welk woord met een lange klank ken je?
lange klank
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
De kinderen .....
in het klimrek.
in het klimrek.
A
klimen
B
klimmen
Slide 8 - Quizvraag
De kinderen ..... op het schoolplein.
A
spellen
B
spelen
Slide 9 - Quizvraag
Jos en Jan .......
de bal naar het doel.
de bal naar het doel.
A
trappen
B
trapen
Slide 10 - Quizvraag
Lieke en Jesse ..... de bal in de korf.
A
miken
B
mikken
Slide 11 - Quizvraag
lange klank
korte klank
spelen
rennen
tikken
lopen
slapen
halen
Slide 12 - Sleepvraag
Slide 13 - Tekstslide
Wat hoor je?
A
man
B
maan
Slide 14 - Quizvraag
Wat hoor je?
A
gat
B
gaat
Slide 15 - Quizvraag
Wat hoor je?
A
vis
B
vies
Slide 16 - Quizvraag
Wat hoor je?
A
wil
B
wiel
Slide 17 - Quizvraag
Wat hoor je?
A
bot
B
boot
Slide 18 - Quizvraag
Wat hoor je?
A
rok
B
rook
Slide 19 - Quizvraag
Wat hoor je?
A
les
B
lees
Slide 20 - Quizvraag
Wat hoor je?
A
mis
B
mies
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
klok /
A
klokken
B
kloken
Slide 23 - Quizvraag
noot /
A
notten
B
noten
Slide 24 - Quizvraag
week /
A
wekken
B
weken
Slide 25 - Quizvraag
zit /
A
zitten
B
ziten
Slide 26 - Quizvraag
poot
A
potten
B
poten
Slide 27 - Quizvraag
pas /
A
passen
B
pasen
Slide 28 - Quizvraag
pot /
A
potten
B
poten
Slide 29 - Quizvraag
mus /
A
mussen
B
musen
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Welk woord is fout geschreven?
A
fotoo
B
beker
C
wakker
D
koken
Slide 32 - Quizvraag
Welk woord is fout geschreven?
A
ogen
B
loppen
C
koffie
D
tafel
Slide 33 - Quizvraag
Welk woord is fout geschreven?
A
prullenbak
B
Holland
C
cola
D
Neederland
Slide 34 - Quizvraag
Welk woord is fout geschreven?
A
tafel
B
zusen
C
benen
D
ramen
Slide 35 - Quizvraag
Welk woord is fout geschreven?
A
schapen
B
krullen
C
kassaa
D
thee
Slide 36 - Quizvraag
Slide 37 - Tekstslide
Schrijf het woord
Slide 38 - Open vraag
Schrijf het woord
Slide 39 - Open vraag
Schrijf het woord
Slide 40 - Open vraag
Schrijf het woord
Slide 41 - Open vraag
Schrijf het woord
Slide 42 - Open vraag
Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃
