6.2 Om de macht (B)

Tijd van Regenten en Vorsten 
6.2 Om de macht (B)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Tijd van Regenten en Vorsten 
6.2 Om de macht (B)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Toets Terugkoppeling
2. Leerdoelen
3. Theorie
4. Beeldmateriaal
5. Aan de slag
6. Leerdoelen nabespreken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kent de kenmerken van het Frans absolutisme. 

2. Je kunt overeenkomsten en verschillen noemen van de staatsinrichting van de Republiek en die van Frankrijk. 

Slide 3 - Tekstslide

Theorie
In Europa keken de meeste vorsten met minachting naar de Oranjes die in de Republiek tevergeefs probeerden de soevereine macht te krijgen. 

Voor Lodewijk XIV (?), de koning van Frankrijk, was die macht vanzelfsprekend. Hij was een absolute vorst. 

Absolutisme: Staatsvorm waarbij de koning of keizer alle macht in handen heeft. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Theorie
Hoe gaf Lodewijk XIV dit absolutisme vorm? 

1. Bestuur centraliseren
2. Staten-Generaal (regering) riep hij niet meer bijeen. Hij bepaalde alles zelf. 
3. Hij en zijn volgers vonden dat hij dit recht had gekregen. 
Van wie had hij dit recht gekregen?



Slide 6 - Tekstslide

Theorie
Hij had dit recht van God gekregen.  

Dit noemen we droit divin: Letterlijk: het goddelijke recht. De vorst heeft het recht om te regeren van God gekregen en is alleen aan Hem verantwoording schuldig. 



Slide 7 - Tekstslide

Theorie
Lodewijk XIV benoemde Jean-Baptiste Colbert tot minister van financien. Volgens Colbert moet een staat alleen de eigen handel en nijverheid stimuleren en niet meer met exporteren bezig zijn. 

Dit is mercantalisme: handelspolitiek die er op gericht is om zoveel mogelijk te exporteren en zo wenig mogelijk te importeren. 



Slide 8 - Tekstslide

Theorie
Lodewijk XIV vond dat zijn macht zich ook uitstrekte over het geloof van zijn onderdanen. Deze moesten - net als Lodewijk - weer katholiek worden. Hij beeindigde daarom ook het Edict van Nante (wat was dit ook alweer?) (nog een voorbeeld van zijn absolute manier van regeren)

150.000 Hugenoten - veelal intellectuelen - gingen hierom naar de Republiek. Dit had voor beide landen grote gevolgen. 



Slide 9 - Tekstslide

Theorie
Lodewijk XIV wilde de economische en militaire macht van de Republiek breken. Hij sloot daarom een verbond met Engeland en met de bisdommen Munster en Keulen. 

Zij verklaarden in 1672 de oorlog aan de Republiek: het rampjaar. Omdat de Republiek heeft bezuinigd op het leger werd het landleger zo maar verslagen, maar op het water .. 



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Theorie
Op het land verliep de oorlog dus minder gunstig. In korte tijd werden Overijssel, Gelderland en Utrecht bezet door Franse troepen. Daarvan kreeg raadspensionaris Johan de Witt de schuld. Hij had net als Johan Van Oldenbarnevelt flink bezuinigd op het leger. 

Hij werd gevangen gezet en samen met zijn broer door een Oranjegezinde menigte op gruwelijke wijze vermoord. 


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Aan de slag
1. Maak de opdrachten  handboek (kies er 4). Dit laten zien en checken. 

2. Kijk op Youtube 'Absolute macht en absolutisme?' (WieWatWanneer) en 'Absolute macht' (Joost van Oort).

3. Verder met PO! 

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kent de kenmerken van het Frans absolutisme. 

2. Je kunt overeenkomsten en verschillen noemen van de staatsinrichting van de Republiek en die van Frankrijk. 

3. Waarom werd 1672 gezien als rampjaar?

Slide 20 - Tekstslide