Lapbook maken

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom

etui, enveloppe, leesboek en laptop dicht op tafel!

Lapbook

Nederlands

Fictie

Les 1 instructie

Periode 2

Wat is een lapbook?

Een lapbook (schootboek) is een soort grote kaart met een
verzameling van mini-boekjes, klepjes en ander gevouwen materiaal waarin ruimte is voor tekeningen, verhalen en informatie.

Wat is een lapbook?

Een grote kaft, die je vult met mini-boekjes, klepjes, flapjes en andere gevouwen creaties, met daarin een heleboel informatie over jouw boek. 

De inhoud van jouw boek wordt dus zowel informatief (met tekst) als creatief (met gevouwen creaties) verwerkt in het lapbook.

DOEL

Je kent de volgende begrippen en kunt deze in een lapbook over een gelezen boek duidelijk maken:

1. Genres

2. Realistisch

3. Inleven

4. Personages hoofdpersonen en bijpersonen

5. Uiterlijke kenmerken

6. Karaktereigenschap

1. Genres (verhaalsoort)

• hier-en-nu
• historisch
• oorlog
• fantasie
• fantasy
• science fiction
• griezel
• gedichten

Hier-en-nu

Historisch

- In deze boeken is geschiedenis belangrijk.

- Vaak lees je in deze boeken over nieuwsgierige en leergierige personages van vroeger en over avontuur.

- Dit zijn realistische verhalen die spelen in de echte wereld, zoals jij die kent. 

- Personages zouden echt kunnen zijn, gebeurtenissen zouden echt gebeurd kunnen zijn e.d.

- Het is voorstelbaar.

- Hier-en-nu kan humoristisch zijn, avontuurlijk, emotioneel, enzovoort.

Oorlog

Fantasie

- Bijvoorbeeld sprookjes.

- Verhalen over een oorlog (bijvoorbeeld als avontuur of als waarschuwing).

Fantasy

Science-fiction

- Een verhaal dat zich altijd in de verre toekomst
afspeelt.

- In fantasyboeken wordt er altijd over een andere
wereld (eventueel naast de wereld die wij kennen) geschreven.

- In deze andere wereld kunnen andere wezens e.d. bestaan.

Griezel

Gedichten

- Boeken met gedichten.

- Boeken met griezelverhalen.

2. Realistisch

De personen in het verhaal maken dingen mee die in het echt ook kunnen gebeuren.

3. Inleven

Je voorstellen hoe het is om iemand anders te zijn of hoe iemand anders zich voelt.

4. Hoofdpersoon en bijpersonen

De persoon over wie het hele boek gaat.

5. Uiterlijke kenmerken

Hoe iemand eruitziet.

Bijvoorbeeld: lang, slank, bruine ogen en blond haar.

6. Karaktereigenschap

Hoe iemand is.

Bijvoorbeeld: vrolijk, slordig, grappig, lui of rustig.

Welke informatie verwerk je in jouw lapbook?

• Titel en Auteur
  
• Genre
• Tijdlijn: 4 belangrijke gebeurtenissen 
  
• Thema (+ tekening)
  
• Beschrijving van de  hoofdpersoon +  4 citaten
  
• Andere personage met evt. uiterlijke kenmerken + karaktereigenschappen
• Samenvatting ( inleven / realistisch)
• 3 beoordelingswoorden + argumenten (jouw mening)
  

7. Afwerken

Werk je lapbook netjes af met plaatjes en/of tekeningen die iets te maken hebben met het verhaal.

Stap 8: Lapbook inleveren

Lever je lapbook in bij aanvang van de les op 24 december

Boordeling lapbook

Je krijgt een beoordeling van je lapbook.

Presenteren lapbook ( 23 december)

Deze les ga jij minimaal 2 lapbooks beoordelen aan de hand van het beoordelingsformulier. ( its learning)

Cijfer:

Beoordelingsfomulieren klasgenoten en beoordeling docent.