'Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap'; zo luidde de leus van de Franse Revolutie. Bij 'ongelijkheid' dachten de meeste revolutionairen aan de privileges van edelen en geestelijken. Deze revolutionairen wilden vooral de ongelijkheid tussen de standen opheffen, maar er waren ook revolutionairen die wezen op andere vormen van ongelijkheid. Zoals de ongelijkheid tussen vrijen en mensen die tot slaaf zijn gemaakt, of die tussen mannen en vrouwen.