Les 3 opdrachten Belastingen

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Belasting
In Nederland betaalt iedereen belasting. Jij ook. Als je werkt, maar ook als je bijvoorbeeld nieuwe schoenen of een nieuwe telefoon koopt. Belasting is geld dat wij betalen aan de overheid. Bijna alles wat de overheid doet, wordt betaald van belastinggeld. De overheid gebruikt de belasting voor dingen waar iedereen iets aan heeft, bijvoorbeeld het leger, het onderhoud van straten, politie en scholen. Het ministerie van Financiën houdt bij hoeveel geld er binnenkomt bij de overheid. De minister let erop dat er niet te veel wordt uitgegeven en zorgt dat er genoeg binnenkomt.

Slide 2 - Tekstslide

Soorten belasting
De meest bekende soort belasting is btw. Belasting Toegevoegde Waarde (btw) betaal je over de spullen en diensten die je koopt. Bij diensten kun je denken aan bijvoorbeeld de kapper.
Een andere vorm van belasting is accijns. Accijns is een vorm van belasting op bepaalde producten.
Hiermee maakt de overheid het minder aantrekkelijk om deze producten te kopen. Bijvoorbeeld sigaretten en alcohol.
Als je werkt, betaal je loonbelasting over je brutoloon. Die belasting gaat ook naar de overheid.


Slide 3 - Tekstslide

Over alles wat je koopt betaal je:
A
Belastingen en premies
B
BTW en/of accijns
C
Niets

Slide 4 - Quizvraag

Om te fietsen betaal je
A
BTW
B
Niets
C
Belastingen en premies
D
Accijns

Slide 5 - Quizvraag

Over benzine betaal je BTW en..
A
BTW
B
Accijns
C
Niets
D
Belastingen en premies

Slide 6 - Quizvraag

Als je werkt betaal je
A
BTW
B
Accijns
C
Belastingen en premies
D
Niets

Slide 7 - Quizvraag

Over eten en drinken betaal je minder btw (geldt niet voor snoep en alcohol).
Want eten en drinken zijn
A
Nodig voor iedereen
B
Gezond
C
Ongezond

Slide 8 - Quizvraag

Welke belasting hoort erbij?
Hieronder lees je vier verschillende situaties.
Welke belasting hoort bij welke situatie?

Slide 9 - Tekstslide

SITUATIE 1
Nora koopt een spijkerbroek. Ze betaalt €49,95. Een deel hiervan gaat naar de Belastingdienst. Welke belasting is dit?
A
BTW
B
Erfbelasting
C
Accijns
D
Invoerrechten

Slide 10 - Quizvraag

SITUATIE 2
De tante van Marloes overlijdt in de zomer van 2017. Marloes krijgt een erfenis van € 4.000,-. Hierover moet ze belasting betalen. Welke belasting is dit?
A
BTW
B
Accijns
C
Erfbelasting
D
invoerrechten

Slide 11 - Quizvraag

SITUATIE 3
Jamal is op zoek naar een smartphone die alleen in de V.S. te koop is. Hij bestelt de telefoon bij Amazon.com. Naast de btw betaalt hij een extra belasting. Welke belasting is dit?
A
BTW
B
Loonbelasting
C
Invoerrechten
D
Accijns

Slide 12 - Quizvraag

SITUATIE 4
Saloua tankt haar auto vol. Op benzine worden twee soorten belasting geheven: btw en nog een andere belasting. Welke belasting is dit?
A
BTW
B
Invoerrechten
C
Accijns
D
Erfbelasting

Slide 13 - Quizvraag

Check waar je recht op hebt
In de cao is afgesproken waar je recht op hebt.
Ook kun je misschien toeslagen krijgen van de belastingdienst?

Slide 14 - Tekstslide

Heb je recht op toeslagen die via de Belastingdienst worden uitgekeerd, zoals zorg- of huurtoeslag? Ga het na op belastingdienst.nl/jongeren

Heb je recht op teruggave van betaalde belasting? Check het op https://hoeveelkrijgjij.nl.
FNV.NL  / belastingdienst.nl


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide