M1: 4.2, Boeren en Ridders
1 / 22
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welk rijk kwam er in de vroege middeleeuwen op?
A
Het Romeinse rijk
B
Het Byzantijnse rijk
C
Het Frankische rijk
D
Het Nederlandse rijk
Slide 3 - Quizvraag
Welk begrip hoort er bij deze omschrijving: Manier van besturen waarbij de koning het dagelijks bestuur overlaat aan leenmannen
Slide 4 - Open vraag
Een leenman kan zelf ook een leenheer zijn
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Karel de Grote was een koning van het Frankische rijk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Welke beschrijving past het best bij het begrip 'hofstelsel'?
A
Dorp met landbouwgrond
B
Een boer die bij een domein hoorde
C
Organisatie van werk op een domein: alle grond was van de horigen die hier werkten en woonden
D
Organisatie van werk op een domein: een deel van de grond was van de heer en het andere deel werd verpacht aan horigen
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van een herendienst
Slide 13 - Open vraag
Eens of oneens: klusjes doen voor je ouders zijn eigenlijk een soort van herendiensten
Eens!
Oneens
Slide 14 - Poll
Wie moest er binnen een domein voor de bescherming zorgen?
A
De horigen
B
De heer
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Leg uit hoe het drieslagstelsel zorgt voor vruchtbaarder land
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Geef 2 dingen aan die je deze les hebt geleerd
Slide 19 - Woordweb
Als je nog een vraag hebt kan je deze hier stellen!
