Wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Wederkerend en wederkerig voornaamwoord 
blz. 220 - NN - paragraaf 8
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Wederkerend en wederkerig voornaamwoord 
blz. 220 - NN - paragraaf 8

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. Welkom en aanwezigheid
  2. Lesdoelen
  3. Uitleg over wederkerend en wederkerig voornaamwoord
  4. Opdrachten maken
  5. Opdrachten bespreken
  6. Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Kun je de wederkerende en wederkerige voornaamwoorden herkennen en benoemen.
  • Ken je het verschil tussen een wederkerend en wederkerig voornaamwoord
  • Weet je wat een verplicht en een toevallig wederkerend werkwoord is.

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg

Slide 4 - Tekstslide

Het wederkerend vnw
Het wederkerend voornaamwoord is ZICH: me, je, ons, u

De persoon die het onderwerp is --> komt in een andere vorm terug.





Slide 5 - Tekstslide

Wederkerende werkwoorden
Wederkerend = komt terug ( Het ww slaat terug op het onderwerp.)



Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld wederkerend ww
Ik vergis me wel eens.

Je kunt een ander niet vergissen, alleen jezelf. Daarom noem je dit een verplicht wederkerend werkwoord. 
Bij het werkwoord hoort een wederkerend voornaamwoord (me).

Slide 7 - Tekstslide

Wederkerend voornaamwoord
Komt alleen voor in combinatie met een wederkerend werkwoord, dus bijvoorbeeld
  • zich schamen 
  • zich verzetten
  • zich aanpassen


Slide 8 - Tekstslide

Verplicht of toevallig wederkerende ww
Verplicht
  • zich schamen 
  • zich verzetten
  • zich aanpassen
Toevallig (mezelf, jezelf, zichzelf, onszelf)
  • Zich amuseren 
  • Zich bezeren


Slide 9 - Tekstslide

Verplicht wederkerend ww
  • Slaat terug op het onderwerp
  • wederkerend voornaamwoord (me, zich, ons, je)
  • het wederkerend voornaamwoord kan niet vervangen worden door een ander woord (pers. vnw/ zn). 

Slide 10 - Tekstslide

Toevallig wederkerend ww
Er zijn ook werkwoorden die wederkerend gebruikt kunnen worden, zoals verwonden
  • Ik verwondde me aan de groenteschaaf. (wederkerend)
  • Ik verwondde mijn broertje met de grasmaaier. (niet-wederkerend)

Slide 11 - Tekstslide

Wederkerig voornaamwoord
Elkaar
(mekaar, elkander)

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn wederkerig voornaamwoorden?
Elkaar  (of mekaar, elkander) laat zien dat twee personen een wederzijdse relatie hebben of een handeling verrichten:

vb 1 - Zij geven elkaar/mekaar/elkander een hand.
vb 2 - Mijn klasgenoot en ik zullen elkaar overhoren voor de toets.
vb 3 - De jongens zijn aan elkaar gewaagd.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!

Slide 14 - Tekstslide

Bladzijde 220
de theorie zelf lezen

Slide 15 - Tekstslide

Maken:
Opdracht 1 en 2  blz. 221

Klaar? Werk aan de opdracht 'boekenvlog'
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Nakijken

Slide 17 - Tekstslide

1. Maak een zin met een verplicht wederkerend werkwoord en een met een toevallig wederkerend werkwoord.

Slide 18 - Tekstslide

Wat hebben we nu behandeld? 
  • zinsontleden (pv, ond, wwg/nmw, lv, mv, bwb) + bijv.bep.
  • wederkerend en wederkerig vnw
Wat moet je al kennen?
woordsoorten (lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, bijwoord, telwoord, voornaamwoorden, hulpwerkwoord, koppelwerkwoord en zelfstandige werkwoord enz.) 

Slide 19 - Tekstslide

Vragen?
Over wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link