Toevallig wederkerende werkwoorden
Bij toevallig wederkerende voornaamwoorden hoort niet altijd een wederkerend voornaamwoord. Bijvoorbeeld: zich wassen, zich kleden. Je kunt namelijk ook iemand anders wassen of kleden.
In een zin met een toevallig wederkerend voornaamwoord is het wederkerend voornaamwoord het lijdend voorwerp.
Voorbeeld: De kinderen uit 2v kleden zich voor het feest. wg = kleden lv = zich
Je herkent het toevallig wederkerend voornaamwoord doordat je een andere persoon op de plek van het voornaamwoord kunt zetten.
De kinderen uit 2v kleden de achtstegroepers voor het feest.