In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom in de les
Vandaag:
terugblik
lesdoelen §5.4
instructie §5.4
Maken opdrachten
Afsluiten les
§5.4 - Vermogen en energie
Slide 1 - Tekstslide
Nakijken §5.3
timer
7:00
Slide 2 - Tekstslide
Vragen §5.3
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik
Slide 4 - Tekstslide
Opgave 73
Slide 5 - Tekstslide
Je leert ...
bepalen hoeveel elektrische energie wordt verbruikt;
hoeveel elektrische energie kost.
Slide 6 - Tekstslide
Energie en vermogen
Wat kost het om alle lampen 's avonds te laten branden?
Slide 7 - Tekstslide
Vermogen
Lees aandachtig de alinea 'Vermogen' op blz. 40
Slide 8 - Tekstslide
type plaatjes
Slide 9 - Tekstslide
Vermogen
Vermogen (P): de energie (J) die per seconde (s) wordt verbruikt.
De eenheid die we hiervoor gebruiken is Watt (W)
1 W kunnen we ook schrijven als 1 J/s
Slide 10 - Tekstslide
Berekenen van vermogen
Vermogen (P) is de energie (J) die per seconde (s) wordt verbruikt.
P=U⋅I
Slide 11 - Tekstslide
Even oefenen!
Op het typeplaatje van een elektrisch apparaat staat:
Bereken het vermogen P in Watt
van het apparaat.
Gebruik: G,G,F,B,A
Type HD 7853
230 V - 50 z
8,3 A
Slide 12 - Tekstslide
Antwoord
G: U = 230 V, I = 8,3 A
G: P = ? W
F: P = U x I
B: P = 230 x 8,3 = 1909
A: het vermogen is 1909 W
Type HD 7853
230 V - 50 z
8,3 A
Slide 13 - Tekstslide
Aan het werk
Lees
"Berekenen
van het vermogen"
Maak opdracht
82
timer
5:00
Slide 14 - Tekstslide
Antwoord 82
G: U = 230 V, I = 10 A
G: P = ? W
F: P = U x I
B: P = 230 x 10 = 2300
A: het vermogen is 2300 W
Slide 15 - Tekstslide
Wat kost meer? Je telefoon opladen of thee zetten me een waterkoker en waarom?
Slide 16 - Woordweb
Energieverbruik
Lees aandachtig de alinea 'Energieverbruik' op blz. 40
Slide 17 - Tekstslide
Energieverbruik
Energieverbruik (E) geeft aan hoeveel energie een apparaat verbruikt.
Dit wordt gemeten met een energiemeter
Ook wel kWh-meter genoemd.
Slide 18 - Tekstslide
Energieverbruik
Energieverbruik(E)geeft aan hoeveel energie een apparaat verbruikt en druk je uit in kWh (kilowattuur)
E=P⋅t
Slide 19 - Tekstslide
Energieverbruik
Energieverbruik(E)druk je ook uit in J (Joule).
1 kWh = 3.600.000 J
Slide 20 - Tekstslide
Even oefenen!
Een wasmachine met een vermogen van 2,2 kW doet 1,8 uur over de was.
a. Berekenen hoeveel kilowattuur de wasmachine
in die tijd verbruikt.
b. Berekenen hoeveel joule de wasmachine
in die tijd verbruikt.
Slide 21 - Tekstslide
Opdracht a
Gegeven: P = 2,2 kW, t = 1,8 uur
Gevraagd: E = ? kWh
Formule:
Berekening:
Antwoord: De wasmachine verbruikt 3,96 kWh
E=P⋅t
E=2,2⋅1,8=3,96
Slide 22 - Tekstslide
Opdracht b
Gegeven: 1kWh = 3.600.000 J
Gevraagd: E = ? J
Berekening: E = 3,96 x 3.600.000 = 14.256.000
Antwoord: De wasmachine verbruikt 14.256.000 J
Slide 23 - Tekstslide
Energiekosten
Energieverbruik kost geld.
Slide 24 - Tekstslide
Even oefenen
Voorbeeld:
Een stofzuiger heeft een vermogen van 1700 W en wordt elke werkdag 3 uur gebruikt om de school schoon te maken.
Bereken de kosten van het stofzuigen per week.
1 kWh = €0,25
Slide 25 - Tekstslide
Antwoord
G: P = 1700 W = 1,7 kW, t = 3 . 5 = 15 uur 1 kWh = €0,25
G: kosten = €
F:
B:
A: de kosten van het stofzuigen zijn € 6,38
E=P⋅t
E=P⋅t=1,7⋅15=25,5kWh
25,5⋅0,25=6,38
Slide 26 - Tekstslide
Pak je planner!
Noteer voor de volgende les
Lezen §5.4 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ster-route
Slide 27 - Tekstslide
Aan de slag!
Lezen §5.4 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ster-route
Zs
Slide 28 - Tekstslide
Aan de slag!
Lezen §5.4 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ster-route
Zf
Slide 29 - Tekstslide
Wat weet je al???
Slide 30 - Tekstslide
Welk apparaat heeft welk vermogen?
Wasmachine
Waterkoker
led-TV
led lamp
lader telefoon
20-60 W
1700-2400 W
2500-3000 W
2-12 W
16 W
Slide 31 - Sleepvraag
Sleep het juiste symbool naar de juiste grootheid.
Energie
Vermogen
Stroom
Spanning
E
I
U
P
Slide 32 - Sleepvraag
Sleep de juiste eenheid naar de juiste grootheid.
Energie
Vermogen
Stroom
Spanning
J
A
V
W
Slide 33 - Sleepvraag
0,2 kW =
A
0,0002 W
B
2 W
C
200 W
D
2000 W
Slide 34 - Quizvraag
500 W =
A
500000 kW
B
5000 kW
C
5 kW
D
0,5 kW
Slide 35 - Quizvraag
Ik speel per dag 3 uur games op mijn PS4. Daarvoor staan mijn TV (500 W), PS4 (350 W) en soundbar (150W) gedurende die tijd aan. Wat is het vermogen van deze opstelling?
A
500 W
B
1 kW
C
230 V
D
1 W
Slide 36 - Quizvraag
Een waterkoker heeft een vermogen van 1800 W. Hoe groot is de stroomsterkte door de stekker?
A
230 A
B
1 800 A
C
7,8 A
D
414 000 A
Slide 37 - Quizvraag
Een gloeilamp wordt aangesloten op een spanning van 24 V, de stroomsterkte door de lamp is 5 A. Wat is het vermogen van de lamp?
A
120 W
B
4,8 W
C
0,2 W
Slide 38 - Quizvraag
Een gloeilamp heeft een vermogen van 60 W. Door de lamp loopt een stroomsterkte van 5 A. Op welke spanning is de lamp aangesloten?
A
300 V
B
12 V
C
0,08 V
Slide 39 - Quizvraag
Een strijkijzer werkt op een netspanning van 230 volt. Het typeplaatje van het strijkijzer staat hiernaast. Hoe groot is de stroomsterkte door het strijkijzer?
A
60 Hz
B
800 W
C
3,5 A
D
0,3 A
Slide 40 - Quizvraag
Kun je nu ...
bepalen hoeveel elektrische energie wordt verbruikt;