In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
2A deeltjesmodel
Slide 1 - Tekstslide
Schrift, pen en boek op tafel
Schrijf de leerdoelen van deze les in je schrift.
1.2.1 Je kunt met behulp van het deeltjesmodel een materiaal op microniveau beschrijven.
1.2.2 Je kunt faseovergangen op microniveau beschrijven.
1.2.3 Je kunt het deeltjesmodel in verband brengen met stofeigenschappen.
1.2.4 Je kunt smelt- en kookdiagrammen van zuivere stoffen beschrijven.
H1.2
timer
20:00
STIL WERKEN
INSTRUCTIE
FLUISTEREND OVERLEG
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Leerdoelen
Je kunt de fasen van een stof benoemen en herkennen in de praktijk.
je kunt de fase overgangen benoemen.
Je kunt mbv het deeltjesmodel de drie fasen van water beschrijven.
Je kunt ahv het deeltjesmodel de kristalstructuur beschrijven.
Slide 4 - Tekstslide
Faseovergangen
Slide 5 - Tekstslide
Stoffen kunnen in 3 fasen voorkomen, welke 3 fasen zijn dit?
Slide 6 - Open vraag
Welke fase is dit?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
Slide 7 - Quizvraag
Welke fase is dit?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
Slide 8 - Quizvraag
Welke fase is dit?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
Slide 9 - Quizvraag
Welke fase zijn deze wolken?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
Slide 10 - Quizvraag
Dit vliegtuig vliegt 10 km hoog, op die hoogte is het -40 C
Welke fase is de vliegtuigstreep waarschijnlijk?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
Slide 11 - Quizvraag
Welke fase is de nevel die je met koud weer uitademt?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
Slide 12 - Quizvraag
op een benzine station ruikt je benzine die een uur geleden op de grond is gemorst.
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
Slide 13 - Quizvraag
javalab.org
Slide 14 - Link
Slide 15 - Video
Wat je hier ziet zijn
A
moleculen
B
atomen
Slide 16 - Quizvraag
de stoffen in deze tabel zijn
A
moleculen
B
atomen
Slide 17 - Quizvraag
javalab.org
Slide 18 - Link
De overeenkomst tussen verdampen en koken.
Bij allebei is er de
fase-overgang
van vloeibaar
naar gasvormig.
Slide 19 - Tekstslide
Bij hoeveel graden gaat water koken
A
90 °C
B
100 m
C
101 °C
D
100 °C
Slide 20 - Quizvraag
Verschillen
Verdampen gebeurt alleen aan het oppervlak en kan tussen het smelt-en kookpunt plaatsvinden. Water kan dus verdampen tussen 0 en 100 °C
Koken kan alleen bij het kookpunt.
Slide 21 - Tekstslide
Het koken van water op microniveau geef ik zo aan:
A
dampmoleculen zijn lichter en stijgen daarom op
B
moleculen bewegen zo snel dat ze overgaan naar de gasfase
C
Ik zie bubbeltjes en daarom ontstaat er waterdamp
D
moleculen gaan elkaar afstoten zodat ze overgaan in de gasfase
Slide 22 - Quizvraag
Smeltpunt en vriespunt
Smeltpunt en vriespunt of
stolpunt is hetzelfde.
Ijs bevriest en smelt bij 0 oC.
Tijdens het smelten blijft de
temperatuur constant.
Slide 23 - Tekstslide
Het smeltpunt van ijzer is 1559 graden Celsius en het kookpunt is 2800 graden Celsius. Welke fase heeft ijzer bij 1600 graden Celsius?
A
vast
B
vloeibaar
C
gasvormig
Slide 24 - Quizvraag
Kookpunt & smeltpunt
Slide 25 - Tekstslide
In de tabel staan twaalf stoffen. Peter heeft één van deze stoffen in een fles. De stof komt vloeibaar uit de vriezer (−18 °C). Als de vloeistof een poosje bij kamertemperatuur (20 °C) staat, begint hij te koken. Welke van de stoffen in de tabel zou dit kunnen zijn?
A
alcohol
B
butaan
C
kwik
D
propaan
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Welke diagram laat een smeltpunt zien?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 28 - Quizvraag
Het vries-of smeltpunt verlagen
Met zout of antivries kun je het vriespunt van
water verlagen.
Slide 29 - Tekstslide
In de winter wordt zout op de wegen gestrooid. Dit wordt gedaan om ervoor te zorgen dat er geen ijslaag op de wegen komt. Wat is het effect van strooizout?
A
het verlaagt het stolpunt van water
B
het verlaagt het smeltpunt van water
C
het verlaagt het kookpunt van water
D
het verlaagt het vriespunt van water
Slide 30 - Quizvraag
javalab.org
Slide 31 - Link
Wat doen deeltjes als ze warmer worden?
Slide 32 - Open vraag
Beschrijf waarom water verdampt als het warmer wordt.
Slide 33 - Open vraag
phet.colorado.edu
Slide 34 - Link
Slide 35 - Video
Als een stof warm wordt dan zal deze daardoor gaan ...
Als een stof kouder wordt dan zal deze gaan ...
Als een stof warmer wordt dan gaan de deeltjes .......
Dit is te verklaren met het deeltjesmodel. Als een stof kouder wordt dan gaan de deeltjes .......
Als het heel koud wordt, dan bewegen de deeltjes helemaal niet meer. Dit gebeurt bij een temperatuur van .......
Deze temperatuur noemen we het ........
sneller bewegen
langzamer bewegen
uitzetten
krimpen
T = -273 °C
Absolute nulpunt
Slide 36 - Sleepvraag
Welke van deze is een molecuul, en welke het atoom?
Atoom
Molecuul
Slide 37 - Sleepvraag
Aan de slag
Fluisterend overleg
Doelen
1.2.1 Je kunt met behulp van het deeltjesmodel een materiaal op microniveau beschrijven.
1.2.2 Je kunt faseovergangen op microniveau beschrijven.
1.2.3 Je kunt het deeltjesmodel in verband brengen met stofeigenschappen.
1.2.4 Je kunt smelt- en kookdiagrammen van zuivere stoffen beschrijven.
timer
30:00
Slide 38 - Tekstslide
herhaling vast, vloeibaar, gas
Noteer in je schrift hoe deeltjes zich gedragen in elke fase.