Leren onderwijzen_Didactische evaluatie

• Didactiek
• Hoger onderwijs

De leerlingen van het zesde leerjaar hebben vorig jaar reeds enkele lessen gehad over de Oudheid, via een quiz ga je na wat ze al weten voor de lessen beginnen. Dit is een voorbeeld van:

1. Formatieve evaluatie
2. Summatieve evaluatie

Je stelt tijdens de les een vraag om te controleren of de leerlingen het verschil tussen de omtrek en de oppervlakte kunnen uitleggen

1. Formatieve evaluatie
2. Summatieve evaluatie

De leerlingen krijgen een opdracht om in groep uit te voeren, ze leveren een eindproduct af waarvan de punten op het rapport komen.

1. Formatieve evaluatie
2. Summatieve evaluatie

De leerlingen van het zesde leerjaar hebben vorig jaar reeds enkele lessen gehad over de Oudheid, via een quiz ga je na wat ze al weten voor de lessen beginnen. Dit is een voorbeeld van:

1. Formatieve evaluatie
2. Summatieve evaluatie

Je stelt tijdens de les een vraag om te controleren of de leerlingen het verschil tussen de omtrek en de oppervlakte kunnen uitleggen

1. Formatieve evaluatie
2. Summatieve evaluatie

De leerlingen krijgen een opdracht om in groep uit te voeren, ze leveren een eindproduct af waarvan de punten op het rapport komen.

1. Formatieve evaluatie
2. Summatieve evaluatie

Om de studie geneeskunde aan te kunnen vatten moet je slagen voor een toelatingsproef.

1. Formatieve evaluatie
2. Summatieve evaluatie

Met deze quiz wil ik nagaan of jullie kunnen aangeven of een evaluatieopdracht formatief of summatief van aard is

1. Formatieve evaluatie
2. Summatieve evaluatie

Om de studie geneeskunde aan te kunnen vatten moet je slagen voor een toelatingsproef.

1. Formatieve evaluatie
2. Summatieve evaluatie

Met deze quiz wil ik nagaan of jullie kunnen aangeven of een evaluatieopdracht formatief of summatief van aard is

1. Formatieve evaluatie
2. Summatieve evaluatie

Meester Jan geeft iedere leerling die boven het klasgemiddelde scoort op een toets rekenen een extra duimpje. Dit is een voorbeeld van:

1. Criteriumgericht beoordelen
2. Normgericht beoordelen.
3. Leerlinggericht beoordelen.

Zorgjuf Paulien geeft Rik een stickertje omdat hij minder schrijffouten in het dictee schreef dan vorige keer. Dit is een voorbeeld van:

1. Criteriumgericht beoordelen
2. Normgericht beoordelen
3. Leerlinggericht beoordelen

Om aan de opleiding arts/tandarts te mogen beginnen, moesten studenten tot enkele jaren geleden voor de toelatingsproef minstens 10/20 scoren voor het onderdeel 'kennis en inzicht in de wetenschappen', minstens 10/20 voor 'informatie verwerven en verwerken' en minstens 22 op 40 op beide examengedeelten samen. Dit is een voorbeeld van:

1. Criteriumgericht beoordelen
2. Normgericht beoordelen
3. Leerlinggericht beoordelen

Tegenwoordig moeten studenten om te starten met de opleiding arts of tandarts, op het toelatingsexamen minstens de helft behalen voor elk onderdeel én bij de respectievelijk 1276 of 180 best gerangschikte deelnemers zijn (rangschikking o.b.v. de totaalscore). Dit laatste is een voorbeeld van:

1. Criteriumgericht beoordelen
2. Normgerichtgericht beoordelen
3. Leerlinggericht beoordelen

Met een leerlingvolgsysteem (LVS) kan je op regelmatige tijdstippen de vorderingsniveaus van je leerlingen nagaan. Dit is een voorbeeld van:

1. Criteriumgericht beoordelen
2. Normgericht beoordelen
3. Leerlinggericht beoordelen

Voor het opleidingsonderdeel 'leren onderwijzen' leg je een examen af waarvan het puntenaantal herleid wordt naar een cijfer op 20. Vanaf 10/20 verdien je een credit en ben je geslaagd. Dit examen is een voorbeeld van:

1. Criteriumgericht beoordelen
2. Normgericht beoordelen
3. Leerlinggericht beoordelen

De leerlingen van het zesde leerjaar krijgen de opdracht om een Rube Goldbergmachine te bouwen in een groep van drie leerlingen.
De leerkracht wil zo ook het probleemoplossend vermogen en de samenwerkingsvaardigheden van de leerlingen in kaart brengen.
Dit is een voorbeeld van:

1. Een vaardigheidsproef
2. Een onbegrensde open vraag
3. Een alternatieve evaluatievorm

Alternatieve evaluatievorm omdat je hier heel wat competenties mee kan nagaan: niet enkel of ze kunnen ontwerpen, of technische verbindingen kunnen maken, maar ook creativiteit, samenwerkingsvermogen, ... kunnen hier geobserveerd/geëvalueerd worden. Ook peer-evaluatie, zelfevaluatie en co-evaluatie behoren hier tot de mogelijkheden. Vandaar dat dit ruimer is dan een vaardigheidsproef waarbij louter 1 geïsoleerde vaardigheid getest wordt.

Deze vraag is een voorbeeld van een:

1. Meerkeuzevraag
2. Sorteervraag
3. Rangschikvraag
4. Kort antwoord-vraag

De antwoorden zijn gegeven, de leerlingen moeten er iets mee doen. In dit geval: het juiste woord verbinden met de juiste afbeelding.

Deze vraag is een voorbeeld van een:

1. Kort antwoord-vraag
2. Sorteervraag
3. Gesloten vraag
4. Rangschikvraag

Het antwoord staat niet gegeven en moet door de leerlingen zelf bedacht worden én op de juiste plaats op de getallenas genoteerd worden. Daarom is het een OPEN VRAAG. Het antwoord is afgebakend, vandaar een kort antwoord-vraag.

Deze vraag is een voorbeeld van een:

1. Kort antwoord vraag
2. Meerkeuzevraag
3. Waar / onwaar-vraag

Deze vraag is een voorbeeld van een:

1. Kort-antwoord vraag
2. Begrensde essay-vraag
3. Onbegrensde essay-vraag

Deze vraag is een voorbeeld van een:

1. begrensde essay-vraag
2. Niet-begrensde essay-vraag
3. Kort-antwoord vraag

Dit is een zeer afgebakende vraag waarbij één woord genoteerd moet worden en één deel van het woord onderlijnd moet worden, vandaar een Kort-antwoord vraag. Er worden verschillende opgaven voorzien.

Deze vraag is een voorbeeld van een

1. Begrensde essay-vraag
2. Niet-begrensde essay-vraag
3. Kort-antwoordvraag

In deze vraag is er twijfel mogelijk tussen een 'begrensde essay-vraag' en een 'niet-begrensde essay-vraag'. Omdat de vraag enkel inhoudt dat de leerlingen een nieuwe wet moeten noteren hou ik het op een 'begrensde essay-vraag'. 

Als er ook gevraagd werd om te argumenteren waarom ze deze wet belangrijk vinden, zou ik opteren voor een 'niet-begrensde essay-vraag'.

Deze vraag is een voorbeeld van een:

1. Meerkeuzevraag
2. Kort-antwoord vraag
3. Sorteervraag
4. Rangschikvraag

De antwoorden zijn gegeven, de leerlingen moeten er iets mee doen (gesloten vraag). In dit geval: de dieren en planten in de juiste volgorde in de voedselketen plaatsen, vandaar is dit een rangschikvraag.

Deze vraag is een voorbeeld van een:

1. Rangschikvraag
2. Sorteervraag
3. Meerkeuzevraag

BETROUWBAARHEID

te weinig (variatie in de) vragen

dubbelzinnige vragen

geen of onduidelijke instructies

spieken / gokken

te weinig tijd om de toets af te nemen

storende factoren zoals lawaai tijdens het afnemen

subjectief corrigeren

tips m.b.t. objectiviteit: naamloos, vraag per vraag, volgens correctiesleutel, …

TRANSPARANTIE:

Informeren over wat er wordt geëvalueerd

Inzicht in doelen

Inzicht in verwachtingen van leerkracht

Belang van goede communicatie 

Consequenties van een onvoldoende

Tijdstip van evaluatie

(On)aangekondigde evaluatie

Voorbeeldvragen

Puntenverdeling

…

Welke kwaliteitseis komt in het gedrang in volgend voorbeeld: Voor de studenten van PXL-IT wordt een proefexamen Wiskunde afgenomen. Lisa heeft hiervoor niet voldoende gestudeerd omdat ze gewoon eens wil kijken naar de vragen zodat ze zich bij het echte examen beter kan voorbereiden. Hierdoor haalt ze een 1/20. Achteraf blijkt echter dat het proefexamen voor 40% van de eindbeoordeling meetelt. Dit wist Lisa echter niet.

1. Validiteit
2. Betrouwbaarheid
3. Transparantie

Hier wordt niet voldaan aan het criterium 'transparantie' aangezien Lisa niet op de hoogte werd gesteld dat het proefexamen voor 40% meetelt. 

Een leerkracht wil de vaardigheid 'actief luisteren' beoordelen. Daartoe stelt hij in een toets de vraag 'welke zijn de vijf belangrijkste principes die aan de basis liggen van succesvol actief luisteren?
Welke kwaliteitseis komt in het gedrang in bovenstaand voorbeeld?

1. Validiteit
2. Betrouwbaarheid
3. Transparantie

De evaluatievorm is hier slecht gekozen om de vaardigheid te evalueren. Het is een reproductievraag die niets zegt over de vaardigheid van de leerlingen om effectief actief te luisteren. De leerkracht meet hiermee dus niet wat hij beoogt te meten. Daarom is de vraag niet valide.

Welke kwaliteitseisen komen in het gedrang in volgend voorbeeld: de leerlingen van het zesde leerjaar werken enkele weken rond het thema 'de zee' en sluiten dit af met een week zeeklassen. Ter voorbereiding van de toets rond dit thema krijgen ze enkele voorbeeldvragen. Dit zijn meerkeuzevragen waarbij er telkens gevraagd wordt welk zeedier er te zien is op de foto. De toets zelf bestaat uit één vraag: leg uit wat plankton is.

1. Validiteit
2. Betrouwbaarheid
3. Transparantie

Betrouwbaarheid: er wordt slechts één vraag gesteld.

Daardoor wordt ook slechts een beperkt deel van de leerinhoud bevraagd --> gebrekkige validiteit

Transparantie: de vraagvorm (open begrensde vraag) is anders dan de voorbeeldvragen (meerkeuzevragen).

Meester Ivo gaf gedurende twee weken les over de Romeinen. Na afsluiting van het thema volgt er een toets. Bij het opstellen van de toets nam meester Ivo zijn lijst met doelstellingen er terug bij. Hij let erop dat hij voor elke doelstelling minstens één vraag stelt. Vragen over doelstellingen waar meer tijd aan besteed werd, krijgen een groter puntenaandeel toegekend.
Met welke kwaliteitseis houdt meester Ivo op deze manier rekening?

1. Validiteit
2. Betrouwbaarheid
3. Transparantie

Een valide toets opstellen = meten wat je beoogt te meten, in dit geval: of de doelstellingen behaald zijn. Door alle doelstellingen in de toets op te nemen én er verhoudingsgewijs punten aan toe te kennen werk je aan een doelstellingenvalide toets 

Voor de verbetering van de toets over de herfst maakt juf Nadia gebruik van een correctiesleutel waarin ze opgenomen heeft wat er zeker in de antwoorden van de lln moet staan en op welke manier ze punten aftrekt voor foute antwoorden.
Juf Nadia komt hiermee tegemoet aan de kwaliteitseis ...

1. Validiteit
2. Betrouwbaarheid
3. Transparantie

Door te werken met een correctiesleutel creëert juf Nadia meer consistentie in het verbeteren van de verschillende toetsen. Alle toetsen worden zoveel mogelijk op dezelfde manier beoordeeld.

Hoe formuleer je een
goede MKV?

• Grammaticale afstemming van stam en alternatieven
• Gelijkwaardige alternatieven (even aantrekkelijke afleiders)
• Voldoende alternatieven
• Ontkenningen vermijden
• Overlap vermijden

blackboard.pxl.be

Praktische aanpak actuaquiz

6 groepen, elke groep zoekt minstens 1 vraag per categorie:

- kunst & cultuur

- wereldnieuws

- sport

- economie en politiek

- andere

Groep 1 en 2 --> woensdag 8/12/21

Groep 3 en 4 --> donderdag 9/12/21

Groep 5 en 6 --> vrijdag 10/12/21