In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Bevolking en ruimte - herhaling voor examen 2021
Slide 1 - Tekstslide
Suburbanisatie is...
A
De trek van de stad naar het platteland
B
De trek van de plattestad naar het land
C
De trek van het platteland naar de stad
D
De verhuizing van de mensen
Slide 2 - Quizvraag
Urbanisatie is....
A
De trek van de stad naar het platteland
B
De trek van de plattestad naar het land
C
De trek van het platteland naar de stad
D
De verhuizing van de mensen
Slide 3 - Quizvraag
Drempelwaarde is...
A
De hoogte van een drempel
B
Minimaal aantal klanten dat nodig is om een zaak draaiend te houden
C
De afstand die klanten afleggen
D
Afname van het aantal jonge mensen in de bevolking
Slide 4 - Quizvraag
Welke woord past bij de volgende zin? Op de toegangswegen naar de stad staan de files. De overheid stimuleert daarom het wonen in de stad.
A
urbanisatie
B
seizoenarbeiders
C
suburbanisatie
D
gastarbeiders
Slide 5 - Quizvraag
Welke woord past bij de volgende zin?
Uitzendbureaus huren Polen om in Nederland asperges te steken.
A
urbanisatie
B
seizoenarbeiders
C
suburbanisatie
D
gastarbeiders
Slide 6 - Quizvraag
Welke woord past bij de volgende zin?
In de jaren 70 waren te weinig woningen in de stad. Gezinnen trokken daarom de stad uit.
A
urbanisatie
B
seizoenarbeiders
C
suburbanisatie
D
gastarbeiders
Slide 7 - Quizvraag
Hoe kan de werkloosheid in het Oosten van Duitsland zo hoog was?
Slide 8 - Open vraag
Wat wordt er met demografische krimp bedoeld?
Slide 9 - Open vraag
Na 1955 kwamen er veel immigranten uit het Middellandse zeegebied naar Duitsland, waarom?
A
In de oorlog waren veel soldaten meegekomen naar Duitsland
B
In het Middellandse zeegebied was nog een oorlog bezig
C
Om te werken in de industrie en mijnbouw van Duitsland
D
Vanwege het fijne klimaat in Duitsland
Slide 10 - Quizvraag
Berlijn
Frankfurt
Stuttgart, Munchen
Hamburg, Bremen
Düsseldorf
Industrie
Banken
Financieen
Regering
Haven
High-tech industrie
Slide 11 - Sleepvraag
Welke bewering is juist?
A
Door suburbanisatie ontstaat agglomeratie
B
Door urbanisatie ontstaat stedelijke zone
C
Door agglomeratie ontstaat urbanisatie
Slide 12 - Quizvraag
Oost-Duitse steden hebben te maken met...
A
industrialisatie
B
krimp
C
toerisme
D
groei
Slide 13 - Quizvraag
Welke woord past bij de volgende zin? De economie groeide zo hard in de jaren 60 dat er niet genoeg arbeidskrachten in NL beschikbaar waren.
A
urbanisatie
B
seizoenarbeiders
C
suburbanisatie
D
gastarbeiders
Slide 14 - Quizvraag
Plan van de gemeente over de inrichting van een bepaald gebied heet...
A
Bemestingsplan
B
Bestemmingsplan
C
Besmetingsplan
D
Beplantingsplan
Slide 15 - Quizvraag
Braindrain is
A
Drainage van de vochtige grond
B
Gebied waar het aantal inwoners daalt
C
De relatie tussen mensen in een wijk
D
Het vertrek van hoger opgeleide uit een gebied.
Slide 16 - Quizvraag
Hoe noem je de afstand die klanten willen afleggen voor een bepaalde dienst?
Slide 17 - Open vraag
In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?
In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?
In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?
In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?
In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?
In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen steeds toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?
Slide 18 - Open vraag
In de zomer van 2014 kwam er een eind aan de problemen op de huizenmarkt. Er werden meer huizen verkocht en de prijzen gingen omhoog. Leg uit waarom de huizenmarkt als eerste verbetert in grote steden als Amsterdam en pas daarna in kleine steden en op het platteland.
Slide 19 - Open vraag
De oorzaak van het verdwijnen van voorzieningen kan zijn...
A
De drempelwaarde wordt niet gehaald.
B
De sociale controle neemt toe
C
De steden snel groeien
D
Het aantal ouderen neemt toe.
Slide 20 - Quizvraag
Welke drie provincies van Nederland zijn het meest ‘ontgroend’?
A
N Holland
Z Holland
Utrecht
B
N Holland
Gelderland
Drenthe
C
Groningen;
Zeeland;
Limburg.
D
Friesland
Utrecht
N Brabant
Slide 21 - Quizvraag
Het centrum en de andere stadsdelen staan min of meer los van elkaar. Elk stadsdeel heeft zijn eigen karakter en heeft basisvoorzieningen. Voor speciale voorzieningen gaan mensen naar het centrum. Welk groeimodel voor steden past het beste bij deze beschrijving?
Slide 22 - Open vraag
In China is er veel vraag naar arbeidskrachten in de stad. Hoe kan de Chinese overheid het hukou-systeem gebruiken om niet te veel en niet te weinig arbeiders in de stad te hebben?
Slide 23 - Open vraag
Een buurtactiviteit kan ervoor zorgen dat de leefbaarheid in de buurt verbetert. Welke gevolgen kan een buurtactiviteit hebben voor de buurt?
A
De integratie neemt toe.
B
De segregatie neemt toe.
C
De sociale ongelijkheid neemt toe.
D
De sociale cohesie neemt toe.
Slide 24 - Quizvraag
Verklaar waarom een winkel met baby-artikelen vlak na de hereniging van Duitsland zijn drempelwaarde in Leipzig niet meer haalde, maar nu juist wel weer. Geef eerst aan welke bevolkingsontwikkeling de stad heeft doorgemaakt en daarna het gevolg voor de winkel.
Slide 25 - Open vraag
De oorzaak van het verdwijnen van voorzieningen kan zijn...
A
De drempelwaarde wordt niet gehaald.
B
De sociale controle neemt toe
C
De steden snel groeien
D
Het aantal ouderen neemt toe.
Slide 26 - Quizvraag
Welke stad ligt in de Yangtzedelta?
A
Hongkong
B
Shanghai
C
Guangzhou
D
Beijing
Slide 27 - Quizvraag
Welke stad ligt in de Parelrivierdelta?
A
Hongkong
B
Shanghai
C
Guangzhou
D
Beijing
Slide 28 - Quizvraag
Hoe heet het zakelijke centrum van Shanghai?
A
Hutong
B
Pudong
C
Hotdog
D
Gated community
Slide 29 - Quizvraag
I. Vanaf de jaren 90 komen steeds minder vluchtelingen naar Nederland en Duitsland. II. Momenteel is de instroom van gastarbeiders afgenomen en de instroom van seizoensarbeiders toegenomen.