Bevolking en ruimte - examentrainer

Bevolking en ruimte - herhaling
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bevolking en ruimte - herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Welke problemen kunnen ontstaan door urbanisatie?
A
Vermindering van sociale voorzieningen en werkgelegenheid
B
Krapte op de woningmarkt en stijgende huizenprijzen
C
Toename van groene ruimte en natuurbehoud
D
Verkeerscongestie en luchtvervuiling

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn de oorzaken van suburbanisatie?
A
Bevolkingskrimp en economische stagnatie
B
Toenemende mobiliteit en verbeterde infrastructuur
C
Lagere huizenprijzen buiten de stad
D
Strengere regelgeving voor bouw in stedelijke gebieden

Slide 3 - Quizvraag

Drempelwaarde is...
A
De hoogte van een drempel
B
Minimaal aantal klanten dat nodig is om een zaak draaiend te houden
C
De afstand die klanten afleggen
D
Afname van het aantal jonge mensen in de bevolking

Slide 4 - Quizvraag

Drempelwaarde
Voorzienningen verdwijnen omat de drempelwaarde niet wordt gehaald. 
(Te weinig klanten)

Slide 5 - Tekstslide

Welke woord past bij de volgende zin?
Op de toegangswegen naar de stad staan de files. De overheid stimuleert daarom het wonen in de stad.

A
urbanisatie
B
seizoenarbeiders
C
suburbanisatie
D
gastarbeiders

Slide 6 - Quizvraag

Reikwijdte, verzorgingsgebied, drempelwaarde

Slide 7 - Tekstslide

Welke woord past bij de volgende zin?

Uitzendbureaus huren Polen om in Nederland asperges te steken.
A
urbanisatie
B
seizoenarbeiders
C
suburbanisatie
D
gastarbeiders

Slide 8 - Quizvraag

Gastarbeiders
In de jaren ‘60 kwamen er gastarbeiders naar Nederland om te werken.
Turkije en Marokko.
Ze zouden tijdelijk in Nederland blijven.

Slide 9 - Tekstslide

Welke woord past bij de volgende zin?

In de jaren 70 waren te weinig woningen in de stad. Gezinnen trokken daarom de stad uit.
A
urbanisatie
B
seizoenarbeiders
C
suburbanisatie
D
gastarbeiders

Slide 10 - Quizvraag

Door de komst van gastarbeiders is onze samenleving kleurrijker geworden. Deze uitspraak is ...
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Het woord ''kleurrijk'' betekent dat ...
A
de mensen allemaal uit verschillende cultuurgebieden komen.
B
de mensen die uit het buitenland komen kleren met felle kleuren dragen
C
de straten in de grote steden meer bomen en bloeiende planten hebben.
D
de huizen steeds vaker in mooie kleure geschilderd zijn.

Slide 12 - Quizvraag

Plan van de gemeente over de inrichting van een bepaald gebied heet...
A
Bemestingsplan
B
Bestemmingsplan
C
Besmettingsplan
D
Bemanningsplan

Slide 13 - Quizvraag

Braindrain is
A
Drainage van de vochtige grond
B
Gebied waar het aantal inwoners permanent daalt
C
De relatie tussen mensen in een wijk
D
Het vertrek van hoger opgeleide uit een gebied.

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noem je de afstand die klanten willen afleggen voor een bepaalde dienst?

Slide 15 - Open vraag

Waarom is de levensverwachting in de meeste landen omhoog gegaan?

Slide 16 - Tekstslide

In de zomer van 2014 kwam er een eind aan de problemen op de huizenmarkt. Er werden meer huizen verkocht en de prijzen gingen omhoog.
Leg uit waarom de huizenmarkt als eerste verbetert in grote steden als Amsterdam, Groningen en Utrecht en pas daarna in kleine steden en op het platteland.
A
De grote steden hebben al genoeg woningen op tijd gebouwd, toen de crisis voorbij was waren ze klaar voor de nieuwe inwoners.
B
Veel mensen vinden wonen in de grote stad aantrekkelijk . Daarom is daar meer vraag naar woningen.
C
Op het platteland hebben de mensen niet zo snel behoefte aan een nieuwe woning.

Slide 17 - Quizvraag

De oorzaak van het verdwijnen van voorzieningen kan zijn...
A
De drempelwaarde wordt niet gehaald.
B
De sociale controle neemt toe
C
De steden groeien snel
D
Het aantal ouderen neemt toe.

Slide 18 - Quizvraag

Welke drie provincies van Nederland zijn het meest ‘ontgroend’?
A
N Holland Z Holland Utrecht
B
N Holland Gelderland Drenthe
C
Groningen; Zeeland; Limburg.
D
Friesland Utrecht N Brabant

Slide 19 - Quizvraag

Het centrum en de andere stadsdelen staan min of meer los van elkaar. Elk stadsdeel heeft zijn eigen karakter en heeft basisvoorzieningen. Voor speciale voorzieningen gaan mensen naar het centrum.
Welk groeimodel voor steden past het beste bij deze beschrijving?

Slide 20 - Open vraag

Voorbeeld meerkernen-groeimodel:

Almere

Almere is in de tweede helft van de twintigste eeuw opgezet als tweede grotere stad in de provincie Flevoland. 

Slide 21 - Tekstslide


Een buurtactiviteit kan ervoor zorgen dat de leefbaarheid in de buurt verbetert.
Welke gevolgen kan een buurtactiviteit hebben voor de buurt?

A
De integratie neemt toe.
B
De segregatie neemt toe.
C
De sociale ongelijkheid neemt toe.
D
De sociale cohesie neemt toe.

Slide 22 - Quizvraag

Waarom is de migratie van het oosten naar het westen van Duitsland pas in de jaren 90 van vorige eeuw goed op gang gekomen?

Slide 23 - Tekstslide


Verklaar waarom een winkel met baby-artikelen vlak na de hereniging van Duitsland zijn drempelwaarde in Leipzig niet meer haalde, maar nu juist wel weer. Geef eerst aan welke bevolkingsontwikkeling de stad heeft doorgemaakt en daarna het gevolg voor de winkel.

Slide 24 - Open vraag

Hoe kan een gebrek aan sociale cohesie bijdragen aan problemen in woonwijken?
A
Verbeterde sociale mobiliteit
B
Verhoogde solidariteit en samenwerking
C
Toenemende gevoelens van onveiligheid en eenzaamheid
D
Afname van buurtconflicten

Slide 25 - Quizvraag

Welke factoren kunnen de sociale cohesie in woonwijken bevorderen?
A
Afscheiding van de buitenwereld
B
Beperkte interactie tussen buren
C
Gezamenlijke activiteiten en betrokkenheid bij buurtinitiatieven
D
Sterke nadruk op individuele belangen

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste kenmerk van sociale cohesie in woonwijken?
A
Grote economische ongelijkheid
B
Een gevoel van verbondenheid en saamhorigheid
C
Hoog criminaliteitscijfer
D
Veel individuele privacy

Slide 27 - Quizvraag

I. Vanaf de jaren 90 komen steeds minder vluchtelingen naar Nederland en Duitsland.
II. Momenteel is de instroom van gastarbeiders afgenomen en de instroom van seizoensarbeiders toegenomen.


A
I juist II onjuist
B
I onjuist II juist
C
Beide juist
D
Beide onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Nederland - Duitsland
Wat valt op?
  • De geboortecijfers dalen sinds 1950
  • De sterftecijfers liggen laag
  • In Duitsland ligt het sterftecijfer zelfs hoger dan het geboortecijfer!

Slide 29 - Tekstslide

Fase 1
  • Hoog geboortecijfer
  • Hoog sterftecijfer
  = bevolking blijft gelijk

Fase 3
  • Daling geboortecijfer
  • Laag sterftecijfer
  = bevolking groeit

Fase 2
  • Hoog geboortecijfer
  • Daling sterfecijfer
  = bevolking groeit

Fase 4
  • Laag geboortecijfer
  • Laag sterftecijfer
 = bevolking blijft gelijk (of krimpt)

Slide 30 - Tekstslide

In welke twee provincies wonen de meeste allochtonen / mensen met een migratieachtergrond?

Slide 31 - Open vraag

Migratie waarbij een arbeider een gedeelte van het jaar komt werken en daarna weer naar huis gaat.
Welk begrip staat hier beschreven?

Slide 32 - Open vraag

Nederland
Duitsland
Geboortecijfer is hoger 
Sterftecijfer is hoger
Vergrijzing is later begonnen
Vergrijzing is eerder begonnen

Slide 33 - Sleepvraag

In welke fase zit Nederland nu?
A
FASE 1
B
FASE 2
C
FASE 3
D
FASE 4

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste functie van het Ruhrgebied?
A
Onderwijs en wetenschap
B
Industrie en economische activiteiten
C
Landbouw en veeteelt
D
Toerisme en recreatie

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Spreiding bevolking China


Wat valt je op als je deze kaart ziet?

Slide 37 - Tekstslide

 94% van de Chinese bevolking leeft in het stedelijke gebieden in het oosten  slechts 6% van de bevolking woont in het westen van China.

Slide 38 - Tekstslide

Het westen van China 

Dun bevolkt
Arm 
Weinig grote steden

Koud
Droog
Gebergte


Het oosten van China

Dichtbevolkt
Rijk
Veel moderene grote steden
Veel milieuproblemen

Beter klimaat
Grote rivieren

Slide 39 - Tekstslide

1-kind politiek 
📍jaren ‘70: bevolking groeide veel te snel
📍oplossing: 1 kind per gezin
📍voordeel: minder snelle bevolkingsgroei
📍nadelen: vergrijzing, overschot jongens, 1-2-4 probleem, te weinig   
📍nu: regels minder streng, op platteland mag je 2e kind
   als eerste kind een meisje is...

Slide 40 - Tekstslide

Shanghai
Parelrivier delta
Hongkong
Yangtze
Peking

Slide 41 - Sleepvraag

Peking / Bejing
Shanghai en de steden in de Yangze delta
Hongkong en de steden in de Parelrivier delta
Werkplaats van China
Regering
Het kantoor van China
Internationale bedrijven en hoogwaardige producten
Fabriekeen van goedkope producten

Slide 42 - Sleepvraag

Wat kan er gebeuren als iemand zijn hukou verandert?
A
Verbod op het verlaten van het land
B
Verplichte militaire dienst in China
C
Verlies van stemrecht in China
D
Geen toegang tot sociale voorzieningen en onderwijs

Slide 43 - Quizvraag

Hukou-systeem
Heb je geen Hukou dan ben je illegaal. Je hebt geen recht op:
  • onderwijs
  • gezondheidszorg
  • huis
  • uitkering

Slide 44 - Tekstslide

Gate (poort) aan de ingang van de gated community

Slide 45 - Tekstslide

Hukou-systeem
Door het Hukou systeem hadden veel inwoners van het platteland slechts 2 mogelijkheden:
1) Illegaal richting de grote steden trekken
2) Trouwen met een stedeling

Slide 46 - Tekstslide

In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?

In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?

In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?

In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?

In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?




In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen steeds toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?




Slide 47 - Open vraag

In China is er veel vraag naar arbeidskrachten in de stad. De Chinese overheid heeft het hukou-systeem versoepeld om het aantrekkelijker te maken voor migranten om in de stad te blijven wonen.

Hoe kan de Chinese overheid het hukou-systeem gebruiken om niet te veel en niet te weinig arbeiders in de stad te hebben?

Slide 48 - Open vraag

Urbanisatie

Enorme urbanisatie naar de steden vanaf 1980.

Hukou-systeem?

Slide 49 - Tekstslide