Schrijven - Zakelijke brief

Zakelijke brief
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zakelijke brief

Slide 1 - Tekstslide

Naar wie stuur je GEEN zakelijke brief?
A
Mensen die je niet kent.
B
Mensen die ouder zijn dan jij.
C
Mensen die een hogere functie hebben dan jij.
D
Mensen die je heel goed kent.

Slide 2 - Quizvraag

Naar wie zou jij wel een zakelijke brief willen sturen?

Slide 3 - Open vraag

Adressering 
  • Vermeld bovenaan de brief de naam en het adres van de afzender. (Dat ben je meestal zelf.) De plaatsnaam staat in HOOFDLETTERS. Hierna druk je drie keer op enter.
  •  
  • Schrijf de naam op van de plaats waar je de brief schrijft, zet er een komma achter en vermeld de dag, de maand (in letters) en het jaar. Druk drie keer op enter.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom moet je soms niet 1x, maar juist 2x of 3x op enter drukken?
A
1x enter = 1 witregel, dus 3x enter = 3 witregels.
B
1x enter = volgende regel 2x enter = 1 witregel, dus 3x enter = 2 witregels.
C
Je wil zo veel mogelijk witregels, om de pagina te vullen.

Slide 5 - Quizvraag

Onderwerp en aanhef
  • Schrijf op ‘Onderwerp:’. Schrijf in een paar woorden waar je brief over gaat. Begin met een kleine letter. Druk drie keer op enter.
  • Kies de goede aanhef. Als je de naam van de geadresseerde niet weet en of het een man of een vrouw is, schrijf je ‘Geachte mevrouw/heer,’. Druk twee keer op enter.

Slide 6 - Tekstslide

Inleiding
  • Begin de brief met een inleidende zin. Meestal noem je hierin de aanleiding voor de brief (je hebt iets gelezen of gekocht). 

  • Daarna vermeld je de reden voor het schrijven van de brief (je wilt informatie vragen, een klacht indienen). 
  • Begin de eerste zin niet met ‘Ik …’. Dat staat onbeleefd. 
  • Je begint met een hoofdletter. Druk twee keer op enter.

Slide 7 - Tekstslide

Middenstuk

  • Gebruik formele en nette taal en houd je aan alle Afspraken en regels Schrijven.
  • Verdeel het middenstuk in alinea’s. (één enter tussen elke alinea) 
  • Elke alinea gaat over een ander deelonderwerp. Druk na het middenstuk twee keer op enter.

Slide 8 - Tekstslide

Afsluiting
  • Eindig je brief met een afsluitende zin. Meestal spreek je hierin een wens uit. Vervolgens bedank je de geadresseerde alvast voor het lezen of de medewerking. Druk twee keer op enter.



Slide 9 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een goede wens in een zakelijke brief?
A
Ik moet zo snel mogelijk antwoord.
B
Ik wil mijn geld terug.
C
Hiermee hoop ik u voldoende geïnformeerd te hebben.
D
Ik wens een vliegtuig en 10kilo snoep.

Slide 10 - Quizvraag

Slotgroet
  • Gebruik als slotgroet: ‘Met vriendelijke groet’ of ‘Hoogachtend’. Na de slotgroet zet je een komma. Druk twee keer op enter.
  • Schrijf je voor- en achternaam op en zet je handtekening daarboven. Druk twee keer op enter.
  • Schrijf de bijlage onderaan je brief als je iets meestuurt, bijvoorbeeld: Bijlage: een kopie van een rekening.


Slide 11 - Tekstslide

Is dit een goede slotgroet voor een zakelijke brief?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Is dit een goede slotgroet voor een zakelijke brief?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag