meervoudsregels en uitzonderingen

Hoe was je Kerstvakantie?
😒🙁😐🙂😃
1 / 27
volgende
Slide 1: Poll
NT2ISKMBO

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoe was je Kerstvakantie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

doel van deze les
Aan het eind van deze les ken je..
1. De regels voor het meervoud.
2. Een aantal uitzonderingen ( woorden die eindigen op:
 - ee/-heid en - eur.
3. Weet je ook welke woorden - eren hebben in het meervoud (eieren)

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het meervoud van plant?
1 plant, 2.........
A
plants
B
plantes
C
planten
D
plantens

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het meervoud van tijd?
1 tijd, 2 ........
A
tijdens
B
tijds
C
tijds
D
tijden

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het meervoud van boek?
1 boek, 2.........
A
boeks
B
boeken
C
boekes
D
boekt

Slide 5 - Quizvraag

boeken, tijden, planten.....
Wat is dus de regel voor meervoud?

Slide 6 - Open vraag

de regel(1):
Meestal komt er: - en achter het woord als je meervoud maakt.
Dat is simpel!
Let wel op de spelling van lange en korte klank - woorden : boom - bomen
 roos - rozen 
bos - bossen
golf - golven

Slide 7 - Tekstslide

Type het meervoud van haven.

Slide 8 - Open vraag

Type het meervoud van machine.

Slide 9 - Open vraag

meervoud van vinger?

Slide 10 - Open vraag

meervoud van vakantie?

Slide 11 - Open vraag

meervoud van tafel?

Slide 12 - Open vraag

regel 2:meervoud : meisjes/ tafels/jongens/vakanties/ vingers....dus de regel is?

Slide 13 - Open vraag

de regel (2):
Na  - je/ - el / -en / -er/ - ie
zet je een S achter het woord om meervoud te maken

Slide 14 - Tekstslide

meervoud op -s
meervoud op -en
café
kleur
glas
schilderij
beest
broer
emmer
acteur
gordijn
kamer
matras
zaal
kleed
brief
jongen

Slide 15 - Sleepvraag

meervoud van: koe, stad, zee

Slide 16 - Woordweb

meervoud van dag, glas, weg

Slide 17 - Woordweb

meervoud van : kind, blad,ei

Slide 18 - Woordweb

Onthouden:
Meervoud:
1) Meestal   - en achter het woord 
2) Na -e, -el, -er, -en, - ie ( -em, -eau) op -s
en 3)  de onregelmatige woorden leer je uit je hoofd.
( ei, koe, blad, stad, overheid

Slide 19 - Tekstslide

meervoud van taxi:
A
taxies
B
taxis
C
taxien
D
taxi's

Slide 20 - Quizvraag

meervoud van oma?
A
omas
B
omie
C
omaen
D
oma's

Slide 21 - Quizvraag

meervoud van baby?
A
babies
B
baby's
C
babys
D
balen

Slide 22 - Quizvraag

Tekst
een -'s komt na woorden met aan het einde........(welke letters?)

Slide 23 - Woordweb

meervoud op -s
meervoud op -en
meervoud op 's
lepel
kleur
tekst
bloem
beest
broer
emmer
pasje
pyama
oma
paraplu
hobby
auto
gang

Slide 24 - Sleepvraag

regel 3:een -'s komt na:
-a
-o
-u
-i
-y

Slide 25 - Tekstslide

Het meervoud maak je..
     1) - en achter het woord
2) -s achter het woord
3) 's achter het woord
4) Uitzonderingen 
ei, koe, blad, stad, overheid, zee

Slide 26 - Tekstslide

Ik begrijp de regels bij meervouden....
Helemaal niet.
Een beetje.
Goed.
Heel goed.

Slide 27 - Poll