"Motivatie is de drijfveer of de reden van een individu om tot een actie of prestatie te komen. Vaak kan het de persoon drijven tot een bepaalde gewenste gedragsvorm. Motivatie bestaat vaak uit aangeboren en aangeleerde eigenschappen. De omgeving kan ook een rol spelen en er zijn meerdere factoren die motivatie kunnen beïnvloeden."
(Karels, 2020)
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Workshop leerlingen motiveren
"Motivatie is de drijfveer of de reden van een individu om tot een actie of prestatie te komen. Vaak kan het de persoon drijven tot een bepaalde gewenste gedragsvorm. Motivatie bestaat vaak uit aangeboren en aangeleerde eigenschappen. De omgeving kan ook een rol spelen en er zijn meerdere factoren die motivatie kunnen beïnvloeden."
(Karels, 2020)
Slide 1 - Tekstslide
Motivatie
Slide 2 - Woordweb
Heb je al eens meegemaakt dat een leerling niet gemotiveerd was?
Slide 3 - Open vraag
Planning
Ontwikkeling adolescenten
Motivatietheorie 1: Zelfdeterminatietheorie
Motivatie theorie 2: Prestatiedoelentheorie
Pauze
Autonomie-ondersteunend en controlerend lesgeven
Quiz
Slide 4 - Tekstslide
Ontwikkeling adolescenten ca. 12 t/m 20 jaar (Feldman)
Ontwikkelingstaken
Opvoedopgaven
Omgaan met de andere sekse; ontwikkelen van een eigen waardensysteem; ontwikkelen van de persoonlijke identiteit
Emotionele steun bieden; tolerantie voor experimenten; leeftijd adequate grenzen stellen; voorbeeldfunctie vervullen; symmetrische relatie met het kind aangaan
Ontwikkelen van een visie op de schoolkeuze, het beroep en de samenleving Verdere ontwikkeling van het stadium van formele operaties
Ondersteuning op het gebied van school, beroep en relaties
Zelfstandigheid, zelfredzaamheid en zelfvertrouwen
Verantwoordelijkheid overdragen en keuzes accepteren
Slide 5 - Tekstslide
Motivatietheorieën
1. Zelfdeterminatie theorie (Deci & Ryan)
2. Prestatiedoelentheorie (Ames)
Slide 6 - Tekstslide
Zelfdeterminatie theorie
- Intrinsieke motivatie
- Extrinsieke motivatie
- Belang
- Interne verplichting
Slide 7 - Tekstslide
Intrinsieke motivatie
Activiteit wordt als plezierig en interessant ervaren
Motivatie van binnenuit
Psychologische basisbehoeften:
1. Competentie
2. Autonomie
3. Verbondenheid
Extrinsieke motivatie
Leerling werkt voor beloning
Leerling werkt omdat het verwacht wordt of omdat het moet
Negatieve invloed om intrinsieke motivatie
Slide 8 - Tekstslide
Belang
Geen sprake van intrinsieke of extrinsieke motivatie
Het belang of nut van een activiteit wordt ingezien
Interne verplichting
Vermijden van angst of schuld
Krijgen van waardering
Zichzelf verplichtingen opleggen
Het gevoel van "moeten"
Slide 9 - Tekstslide
Motivatie vs moetivatie
Slide 10 - Tekstslide
Prestatiedoelen theorie
Voor welke reden zet een persoon zich in?
Leerdoelen: het ontwikkelen van competenties
Prestatiedoelen: presteren en vergelijking van anderen
- Toenaderingsdoel
- Vermijdingsdoel
Slide 11 - Tekstslide
PAUZE
Slide 12 - Tekstslide
Autonomie-ondersteunend
Houdt rekening met gevoelens en ideeën van leerlingen
Geeft meerdere keuzes
Moedigt aan tot intrinsieke motivatie
Geeft cognitief zelfvertrouwen
Controlerend
Houdt zich aan de eigen planning
Houdt minder rekening met het perspectief van de leerlingen
Geeft interne verplichting
Dwingend taalgebruik
Goed voor korte termijn
Extrinsieke motivatie
Slide 13 - Tekstslide
Belonen en straffen
´Belonen waar mogelijk, straffen alleen als niet anders kan´
Effectief complimenten geven
Reactieve benadering VS Proactieve benadering
Straffen? Overleg met docent
Slide 14 - Tekstslide
Structuur
Structuur biedt competentie. Dit kan op vier manieren worden aangeboden:
Duidelijkheid bieden
Ondersteuning en begeleiding bieden
Aanmoediging bieden
Positieve en constructieve feedback geven
Slide 15 - Tekstslide
QUIZ
Slide 16 - Tekstslide
Een leerling verstoort je uitleg door continue door je heen te praten en de rest volgt hierdoor. Wat doe je?
A
Je negeert de leerling en gaat door met je uitleg
B
Je stuurt de leerling uit de klas, zodat de rest ook ophoudt
C
Je legt aan de leerling uit waarom het van belang is dat die oplet
Slide 17 - Quizvraag
Autonomie-ondersteunend
Controlerend
“We gaan een filmpje kijken, als we dan stil zijn kan iedereen het goed horen”
“Tijdens het filmpje is iedereen stil”
“Het is handig als je mijn kant op kijkt, want ik ga iets uitleggen”
“Kijk allemaal mijn kant op”
Slide 18 - Sleepvraag
Welke van deze vier is géén psychologische basisbehoeften?
A
Competentie, autonomie en verbondenheid
B
Autonomie, competentie en structuur
C
Verbondenheid, structuur en autonomie
D
competentie, verbondenheid en structuur
Slide 19 - Quizvraag
Toenaderingsdoel
Vermijdingsdoel
"Ik zet mij in voor dit project omdat ik hogere cijfers wil halen dan mijn klasgenoten"
k zet mij in voor dit project omdat ik niet wil dat mijn klasgenoten denken dat ik minder slim ben"
Slide 20 - Sleepvraag
Bij welke soorten motivaties hoort het begrip "moetivatie"?
A
Intrinsiek en belang
B
Belang en extrinsiek
C
extrinsiek en interne verplichting
D
intrinsiek en interne verplichting
Slide 21 - Quizvraag
Autonomie-ondersteunend lesgeven gaat niet goed samen met structuur
Waar
Niet waar
Slide 22 - Poll
Wat zijn de gevolgen van belonen?
Het bevordert de intrinsieke motivatie
Het creëert extrinsieke motivatie
Slide 23 - Poll
Op welke theorie is ´belonen en straffen´ gebaseerd?