Op niveau Blok 2 - lezen

timer
2:00
Wat heb je geleerd over lezen in blok 1
van Op Niveau?
1 / 18
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

timer
2:00
Wat heb je geleerd over lezen in blok 1
van Op Niveau?

Slide 1 - Woordweb

Vandaag
Oriënterend lezen

  1. Aan het eind van de les weet je waarom het handig is om  oriënterend te lezen
  2. Aan het eind van de les weet je welke stappen je moet nemen om oriënterend te lezen.
  3. Aan het eind van de les kan je uitleggen wat een alinea, tussenkop en deelonderwerp met elkaar te maken hebben. 

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  1. Brainstormen over oriënteren
  2. Uitleg over oriënterend lezen
    (Hardop denken)
  3. Uitleg over alinea, tussenkopje, deelonderwerp
  4. Samen opdracht 37 maken
  5.  Zelfstandig werken
  6. Nabespreking en vooruitblik

Slide 3 - Tekstslide

Wat is oriënterend lezen?
Je leest oriënterend als je:
  • snel wilt weten welk tekstdoel een tekst heeft
  • wilt weten over welk onderwerp een tekst gaat

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer lees je oriënterend?
Doe je dat voor, tijdens of nadat je de tekst HELEMAAL gaat lezen?
  • Je gaat oriënterend lezen VOORDAT je de tekst helemaal leest

  • Na het oriënterend lezen bepaal je of je de tekst helemaal leest.

  • Opdracht: geef een voorbeeld wanneer dit handig zou kunnen zijn voor jouw schoolwerk. Motiveer je antwoord. 
timer
0:30

Slide 5 - Tekstslide

Waarom oriënterend lezen?
Waarom is het handig om oriënterend te lezen?
  1. Je bespaart tijd: je weet gelijk of de tekst geschikt is. (Handig als je een werkstuk moet maken)
  2. Je weet wat het onderwerp (en deelonderwerpen)  van de tekst is zonder de hele tekst te lezen.
  3. Door oriënterend lezen krijg je al heel veel informatie over een tekst. Zo begrijp je de tekst ook beter als je het uiteindelijk helemaal gaat lezen. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe doe je dat?
Tekst: "Stokoude families"
  • Ik ga voordoen hoe je oriënterend leest.
  • Daarbij ga ik hardop denken: zo hoor je en zie je precies hoe het gedaan.
  • Lees en luister goed mee

  • Opdracht = noteer de stappen die ik uitvoer tijdens het oriënterend lezen: wat doe ik precies?

Slide 7 - Tekstslide

Stappen bij oriënterend lezen
  1. Lees de titel
  2. Lees de eerste zinnen van de tekst: zo krijg je een idee over het onderwerp
  3. Lees de tussenkopjes
  4. Lees de laatste zinnen = vaak herhaling van het onderwerp
  5. Lees de anders gedrukte woorden = meestal belangrijk
  6. Bekijk de afbeeldingen
  7. Lees de bronvermelding

Slide 8 - Tekstslide

Na het oriënterend lezen
Je kan aangeven wat het onderwerp is.
Een onderwerp bestaat vaak uit verschillende deelonderwerpen.
Een stukje tekst over een deelonderwerp noemen we....
  • ....een alinea. 
  • Een deelonderwerp heeft meestal ook een tussenkopje. Dit kan je zien als de titel van een alinea over een deelonderwerp.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Onderwerp: karnemelk
Deelonderwerpen
  • Karnemelk maken
  • Soorten karnemelk
  • Verkoopplekken karnemelk
  • Gezondheid & karnemelk

Slide 10 - Tekstslide

Klassikaal
Opdracht 37
We lezen samen de tekst: je kan aan de beurt komen om voor te lezen.
Blijf bij de les: je kan de beurt krijgen om een van de vragen te beantwoorden.

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer pas je "oriënterend lezen" toe?
A
Voordat je de tekst hebt gekregen.
B
Als je de hele tekst aan het lezen bent.
C
Nadat je de hele tekst gelezen hebt.
D
Voordat je de hele tekst leest.

Slide 12 - Quizvraag

Wat hoort niet bij oriënterend lezen?
A
Lees heel de tekst
B
Bekijk de titel en tussenkopjes
C
Lees de eerste zinnen
D
Bekijk de foto's en plaatjes

Slide 13 - Quizvraag

Welke vraag stel je om het onderwerp van de tekst te vinden?
A
Moet je de tekst oriënterend lezen?
B
Moet je naar de titel kijken?
C
Welke tussenkopjes zijn er?
D
Waarover gaat de hele tekst?

Slide 14 - Quizvraag

Oriënterend lezen is handig..
A
omdat je zo goed kan beslissen of je de tekst wilt lezen
B
omdat je zo goed voorbereid bent op het lezen van de hele tekst
C
omdat je dan snel het onderwerp van de tekst kan bepalen
D
omdat je dan snel het tekstdoel kan bepalen.

Slide 15 - Quizvraag

Een onderwerp kan je verdelen in
A
Tussenkopjes
B
Deelonderwerpen

Slide 16 - Quizvraag

Werkafspraken vandaag
  • Probeer het zo veel mogelijk zelf te doen. 
  • Overleggen met je buurman mag, MAAR hou het rustig. 
  • Ben je eerder klaar? Stoor de rest niet. Zorg dat de rest geen last van jou heeft. 
  • Maak de opdracht stap voor stap: ga niet gelijk de hele tekst lezen.

Zelfstandig werken
  • Opdracht 38
  • Ben je eerder klaar, ga dan verder.

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf 1 ding op dat je
vandaag geleerd
hebt over oriënterend lezen

Slide 18 - Woordweb