Noem één reden waarom het districtenstelsel voor kleine landelijke partijen nadelig is.
Slide 3 - Tekstslide
Situatie grondwet na 1848
Er was sprake van Censuskiesrecht. Alleen mensen die belasting betalen (dus rijke mannen) mogen stemmen
Hierdoor kregen de liberalen de overhand in het parlement en dus de macht
Slide 4 - Tekstslide
Situatie grondwet na 1848
Naast Censuskiesrecht was er ook een Districtenstelsel
Elk district kiest zijn eigen
vertegenwoordiger voor
het parlement →
Slide 5 - Tekstslide
1887
Het 'caoutchouc-artikel' (Het 'rubberen artikel') komt in de Grondwet: afschaffing censuskiesrecht. Waarbij het kiesrecht wordt gegeven aan volwassen mannen 'die daarvoor geschikt zijn'. ('kentekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand')
Deze eisen konden nu steeds worden aangepast.
Slide 6 - Tekstslide
Waarom ontstaan politieke partijen?
Katholieken voelen zich achtergesteld. Zij strijden voor emancipatie: gelijke rechten als andere burgers
Socialisten willen de sociaal zwakkeren helpen.
Tegen de ideeën van de Liberalen en/of de van de Franse Revolutie (vooral protestanten)
Slide 7 - Tekstslide
SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij)
ARP (Anti-Revolutionaire Partij)
Slide 8 - Tekstslide
RKSP (Rooms-Katholieke Staatspartij)
Vrijheidsbond
Slide 9 - Tekstslide
Examenvraag
Noem één reden waarom het districtenstelsel voor kleine landelijke partijen nadelig is.
Slide 10 - Tekstslide
Ideologie
Partij
Partijleider
Ideeën
Aanhang
Protestanten
ARP(1879)
Kuyper
kiesrecht man
Gereformeerden
Katholieken
RKSP (1926)
Schaepman
--
RK door alle lagen
Socialisten
SDAP SDB
Domala nieuwenhuis Troelstra
Arbeiders radicale intellectuelen
Liberalen
Liberale unie
O.a Tak van poortvliet
vooral algemeen belang
Welgestelde burgerij
Slide 11 - Tekstslide
Schoolstrijd > onderwijs
De overheid betaalde alleen voor openbaar onderwijs. Liberalen wilden het volk geen godsdienst opleggen -> Daarom wilden zij bijzonder onderwijs geen geld geven. Schoolstrijd = ruzie over de vraag wie het bijzonder onderwijs moest betalen
Katholieken en protestanten werkten samen tijdens schoolstrijd.
Slide 12 - Tekstslide
Verzuiling
De verdeling van de Nederlandse samenleving in 4 groepen (zuilen):
protestanten, katholieken, liberalen, socialisten (tussen: ±1848 en ±1965)
Deze zuilen krijgen in de 19e eeuw allemaal hun eigen politieke partij
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Portfolio opdracht 2: Verzuiling.
De verzuiling die heel speciaal alleen in Nederland was
is een belangrijk deel van dit hoofdstuk en zal zeker op een of andere manier terug komen in je examen.