(1) Grammatica: enkel- en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen

Welkom!

  • Ga rustig zitten 
  • Telefoon in je tas
  • Pak je spullen


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

  • Ga rustig zitten 
  • Telefoon in je tas
  • Pak je spullen


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Grammatica: enkelvoudige en samengestelde zinnen

Grammatica: bijvoeglijke bepaling


Repetitie: spelling H4/H5H/H6

Vandaag


Les 2, week 8


Les 3, week 8

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag 

  1. Grammatica: enkel- en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen
  2. Zelf aan de slag

Slide 4 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Een bijvoeglijke bepaling is:
Een zinsdeel
Deel van een zinsdeel, zegt iets over het zelfstandignaamwoord
  • B

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Al enkele jaren zoeken specialisten uit alle delen van de wereld naar een medicijn zonder bijwerkingen.

Ja
Nee
  • Ja, hoort bij het zelfstandige naamwoord medicijn

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Net als het ow, lv en mv kan er maar 1 bijvoeglijke bepaling in de zin zitten.

Ja
Nee
  • Nee

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica
Lesdoel:
Je weet het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de persoonsvormen in onderstaande zinnen. 


1. Peter zit met een colaatje in de tuin.

2. Mijn moeder doet boodschappen, daarna gaat ze naar de               kapper.

3. Waarom moeten wij altijd ons huiswerk maken?


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de persoonsvormen in onderstaande zinnen. 


1. Peter zit met een colaatje in de tuin.

2. Mijn moeder doet boodschappen, daarna gaat ze naar de               kapper.

3. Waarom moeten wij altijd ons huiswerk maken?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm

VB: Evelien werkt bij de bakker. 


Samengestelde zin: zin met meer dan 1 persoonsvorm

VB: Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote gezinnen worden zeldzaam, maar er bestaan nog altijd gezinnen met 6 kinderen
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zes studerende kinderen kunnen een behoorlijke kostenpost vormen voor hun ouders
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toen het mooi weer werd, kochten we ligstoelen bij het tuincentrum.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een samengestelde zin staan altijd 2 persoonsvormen
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak grammatica: zelf aan de slag
Lezen h5 enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen
- Lees de theorie op blz. 148-149
- Maken opdracht 1 tot en met 3




timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies