In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Historische tijd, verteltijd en vertelde tijd.
Slide 1 - Tekstslide
Lezen
timer
30:00
Slide 2 - Tekstslide
Verteltijd: tijd die het kost om een verhaal te lezen.
Vertelde tijd: tijd die in het verhaal voorbij gaat.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de verteltijd in deze zin: 'Roodkapje wandelde uren door het bos'?
Slide 4 - Woordweb
Wat is de vertelde tijd in deze zin: 'Roodkapje wandelde urenlang door het bos'?
Slide 5 - Woordweb
Wat is de verteldetijd? Doornroosje viel in een diepe slaap. Zo gingen er honderd jaar voorbij. Tot een prins op een dag bij het kasteel aankwam.
Slide 6 - Open vraag
De deurbel, twee keer, kort na elkaar: eerst kort en aarzelend, dan lang en nadrukkelijk. Het eerst belletje klonk alsof een vinger geen houvast op de knop had kunnen vinden.
A
versnelling
B
vertraging
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de verteltijd? De deurbel, twee keer, kort na elkaar: eerst kort en aarzelend, dan lang en nadrukkelijk. Het eerst belletje klonk alsof een vinger geen houvast op de knop had kunnen vinden.
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Video
Wat is de historische tijd?
Slide 10 - Open vraag
Wat is de vertelde tijd?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Video
Wat is de vertel tijd?
Slide 13 - Open vraag
Wat is de vertelde tijd?
Slide 14 - Open vraag
Wat ga je doen?
Bespreek in tweetallen hoe de schrijver speelt met de vertel tijd en de vertelde tijd. Over een paar minuten gaan we dit klassikaal bespreken.