Woordenschat NN 6 H2 stijl

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Het verkleinwoord van een woord dat eindigt op -a, -u, -o of -é, krijgt een dubbele klinker:

Uutje, Ootje, Eetje en Aatje wonen samen in een straatje!

Maar....

kiwi = kiwietje 

ski= skietje

baby'tje

stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden

Eindigen meestal op een - N

Behalve de leenwoorden uit een andere taal:

plastic tas

aluminium

suède 

Figuurlijk taalgebruik

Waarom zou je gebruik maken van beeldtaal en figuurlijk taalgebruik?

Wat is het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik?

Letterlijk en figuurlijk taalgebruik 

De drie V's...

Letterlijk en figuurlijk taalgebruik 

Versterken

Verfraaien

Variëren

 

De appel valt niet ver van de boom

Blind vertrouwen op iemand

Brood op de plank hebben

Een kat in de zak kopen

Julia is verliefd. In haar buik lijkt het wel alsof...

Mijn zusje is in paniek ze schreeuwt en krijst. Ze lijkt wel een...

Hij heeft een beker gewonnen. Hij glundert en is zo trots als...

Ik heb de hele dag nog niks gegeten. Ik heb honger als een...

Ik heb de hele nacht niet geslapen. Ik ben zo moe als een...

Bedenk zelf een voorbeeld van figuurlijk taalgebruik (bijvoorbeeld: