Thema 4 hoofdstuk 4 Werkwoorden verleden tijd alles

Geef voorbeelden van sterke werkwoorden
1 / 15
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Geef voorbeelden van sterke werkwoorden

Slide 1 - Woordweb

Werkwoorden verleden tijd
Doel van de les:
- Je weet welk werkwoord een sterk werkwoord is
- Je weet welk werkwoord een zwak werkwoord is
- Je weet wanneer je het  TaXiKoFSCHiP gebruikt
- Je oefent om woorden in de verleden tijd goed te schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Geef voorbeelden van zwakke werkwoorden?

Slide 3 - Woordweb

Werkwoorden verleden tijd
Zwakke werkwoorden
Zijn werkwoorden waarvan de klank in de verleden tijd hetzelfde blijft. Verlengproef.....langer maken.

Dus er komt dan TE of TEN achter / DE of DEN
TE/DE bij--> ik, jij, u, hij, zij
TEN/DEN --> wij, jullie, zij

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Werkwoorden verleden tijd - mixen
Wat is het onderwerp van de zin?
1. Is het een sterk of zwak werkwoord?
2. Zwak? Neem het hele werkwoord en haal daar EN vanaf.
3. Gebruik het  TaXiKoFSCHiP. 
4. Staat de laatste letter in het TXKFSCHP?  
5. Schrijf de ik-vorm op
6. Schrijf daarachter dan te/ten of de/den


Slide 6 - Tekstslide

Werkwoorden verleden tijd - schaven
Wat is het onderwerp van de zin?
1. Is het een sterk of zwak werkwoord?
2. Zwak? Neem het hele werkwoord en haal daar EN vanaf.
3. Gebruik het  TaXiKoFSCHiP. 
4. Staat de laatste letter in het TXKFSCHP?  
5. Schrijf de ik-vorm op
6. Schrijf daarachter dan te/ten of de/den


Slide 7 - Tekstslide

Schrijf in de verleden tijd
Bedienen
Ik ..... Wij ......

Slide 8 - Open vraag

Schrijf in de verleden tijd
Betalen
Ik ..... Wij ......

Slide 9 - Open vraag

Schrijf in de verleden tijd
Braden
Ik ..... Wij ......

Slide 10 - Open vraag

Schrijf in de verleden tijd
Branden
Ik ..... Wij ......

Slide 11 - Open vraag

Schrijf in de verleden tijd
Slachten
Ik ..... Wij ......

Slide 12 - Open vraag

Schrijf in de verleden tijd
Brouwen
Ik ..... Wij ......

Slide 13 - Open vraag

Werkwoorden verleden tijd
Sterke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd veranderen. 

eten          ik at     wij aten
geven      ik gaf   wij gaven
roepen    ik riep  wij riepen

Slide 14 - Tekstslide

Werkwoorden verleden tijd
Sterke werkwoorden 
Hier bestaat GEEN schema voor. Je moet dit gewoon oefenen/ opslaan in jouw hoofd.

Slide 15 - Tekstslide