VMBO 2 par 2.1 pinpas of portemonnee

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

HOOFDSTUK 2

Paragraaf 2.1

Pinpas of portemonnee

Lesdoel

Na deze les :

• weet je wat giraal en chartaal geld is
  
• weet je hoe je een saldo kan berekenen
• weet je wat directe en indirecte ruil is
• weet je wat elektronisch betalen is

Lesdoel

• giraal en chartaal geld

Geld

Welke soorten geld ken je ?

en

Hoe kan je allemaal betalen?

Giraal geld

Chartaal geld

Lesdoel

• hoe bereken je een saldo

Nieuw saldo berekenen

oud saldo

+ Ontvangsten

- Uitgaven
-----------------

nieuw saldo

+ Positief saldo = Credit Saldo

 - Negatief saldo = Debet Saldo = rood staan          

Saldo berekenen

Vanmorgen toen je op je rekening keek, stond er € 17,50 op.

In de pauze heb je een croissantje en een blikje drinken gekocht, de totale kosten zijn € 3,50. In de middag heb je € 10,- gepind.

Voor een klusje dat je hebt gedaan, is er € 6,50 op je rekening gestort.

Bereken je nieuwe saldo !

Saldo berekenen

Beginsaldo     : € 17,50 

Ontvangsten : € 6,50 voor een
                               klusje

Uitgaven          :  € 10,- gepind en
                                € 3,50 een
                                croissantje en
                                een blikje 

Oplossing

Oud saldo + ontvangst

- uitgaven = nieuw saldo

€ 17,50 + € 6,50 = € 24 

€ 24 - € 13,50 = € 10,50

Lesdoel

• directe en indirecte ruil

Directe ruil en 

Indirecte ruil

Het ruilen van producten/diensten tegen producten/diensten noem je directe ruil.

Gebruik je geld om een product te kopen, dan noem je dat indirecte ruil.

Directe ruil

Lesdoel

• elektronisch betalen 

Elektronisch betalen

Bij elektronisch betalen gaat het geld meteen van jouw bankrekening naar de bankrekening van de ander.

Elektronisch betalen kan op drie manieren:

1. met internetbankieren
2. bij een webwinkel. Je betaalt bijvoorbeeld via iDeal, PayPal, Afterpay, Klarna of   via een creditcard.
3. bij een betaalautomaat met je pinpas en pincode of contactloos

Elektronisch betalen

Samenvatting

• weet je wat giraal en chartaal geld is
  
• weet je hoe je een saldo kan berekenen
  
• weet je wat directe en indirecte ruil is
  
• weet je wat elektronisch betalen is

Aan de slag

• maak uit je boek van paragraaf 2.1 de vragen 2 t/m 12
• maak de sommen 1 en 2 op bladzijde 64
•  maak de Lesson up vragen van deze paragraaf
  (inloggen in Lesson up en les 2.1 maken)
• bekijk het filmpje over ruilen in deze Lesson up

Oefenen

Pak je boek erbij en lees de theorie eerst goed door

Hoe noemen we het als je iets koopt met cash geld?

1. Directe ruil, giraal geld.
2. indirecte ruil, giraal geld.
3. Directe ruil, chartaal geld.
4. Indirecte ruil, chartaal geld.

Wat is chartaal geld?

1. munten
2. bankbiljetten
3. munten en bankbiljetten
4. giraal geld

Hoe noem je munten en bankbiljetten?

1. chartaal geld
2. giraal geld

Fatima betaalt met biljet van 100 euro bij de supermarkt Er is hier sprake van

1. elektronisch betalen
2. giraal betalen
3. chartaal betalen
4. internet betaling

Als je via internet met iDeal afrekent, noemen we dat

1. elektronisch betalen
2. chartaal betalen
3. giraal geld
4. witwassen

Bart zet geld op zijn Playstationaccount. Hier is sprake van elektronisch betalen.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is geen elektronische betaling

1. creditcard
2. PayPal
3. cash
4. pentransactie

Dit is een voorbeeld van elektronisch betalen:

1. Betalen met iDeal voor een online bestelling
2. Betalen met een 5 euro biljet bij de Jumbo
3. Geld overmaken naar Zalando nadat iets afgeleverd is
4. Een tikkie naar je vriend te sturen

Omdat de winkels dicht zijn, bestel je een nieuwe trui online. Dit is een voorbeeld van?

1. Elektronisch betalen
2. Contant betalen

Wat is elektronisch betalen ?

1. Betalen via de computer
2. Betalen via de smartphone
3. Betalen met een bankbiljet
4. Betalen met je pinpas

Bart betaalt met zijn creditcard. Hier is sprake van elektronisch betalen.

1. Waar
2. Niet waar

Op mijn spaarrekening staat € 100.
Is dit chartaal geld of giraal geld?

1. chartaal
2. giraal
3. geen van beide
4. beide

Sofian rekent bij de kassa af met een briefje van 5. Hier is sprake van...

1. Chartaal geld
2. Giraal geld

Sofian rekent bij de kassa af met zijn mobiel. Hier is sprake van...

1. Chartaal geld
2. Giraal geld

Wat is een voorbeeld van chartaal geld?

1. creditcard
2. bankpas
3. biljetten
4. pinpas

Yara pint €25 bij de geldautomaat. Hiermee betaald zij de boodschappen.
Welke bewering is juist?

1. De hoeveelheid chartaal geld daalt en giraal geld stijgt
2. De hoeveelheid chartaal geld blijft en giraal geld stijgt
3. De hoeveelheid chartaal geld stijgt en giraal geld daalt
4. De hoeveelheid chartaal geld daalt en giraal geld blijft gelijk

Munten en bankbiljetten noemen we?

1. giraal geld
2. chartaal geld

Een spaarrekening hoort bij:

1. Chartaal geld
2. Giraal geld
3. Geen van beide

Wat is een ander woord voor contant geld?

1. giraal geld
2. chartaal geld

Geld dat op je betaalrekening bij de bank staat noemen we?

1. Giraal geld
2. Chartaal geld

Als ik geld pin dan

1. Stijgt chartaal geld
2. Stijgt giraal geld
3. Stijgt chartaal geld en daalt giraal geld
4. Stijgt giraal geld en daalt chartaal geld

Simon heeft thuis heel veel kleingeld in zijn portemonnee. Waar hoort kleingeld bij?

1. Chartaal geld
2. Giraal geld
3. Kleingeld telt niet mee

Je koopt een chili chicken bij de Mc Donalds. Je banksaldo is € 36. Je betaalt € 1,-- met chartaal geld. Hoeveel heb je hierna op je bankrekening staan?

1. 35
2. 36
3. 37