2.5 Woorden - les 2

Welkom!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-Grammatica - zinsdelen
-Verder werken in 2.5 woorden

Slide 2 - Tekstslide

Grammatica zinsdelen
Enkelvoudige zin
Samengestelde zin

Slide 3 - Tekstslide

Enkelvoudige zin
In een enkelvoudige zin staat altijd één persoonsvorm.
  • Hij scoort gemakkelijk.
  • Ik fiets graag.
  • Dromerig keek ik tijdens de les wiskunde uit het raam.

Slide 4 - Tekstslide

Samengestelde zin
In een samengestelde zin staan meerdere persoonsvormen. Een samengestelde zin bestaat uit twee (of meer) enkelvoudige zinnen, bijvoorbeeld twee hoofdzinnen.
  • Ik fiets graag, maar mijn vriend gaat altijd met de auto.
  • Morgen vertrekken we naar Frankrijk, dus we zijn nu de koffers aan het pakken.
  • Natuurlijk begrijp ik het probleem, maar waarom heb je mijn hulp niet gevraagd?

Slide 5 - Tekstslide

Grammatica zinsdelen
Nevenschikking
Onderschikking

Slide 6 - Tekstslide

Nevenschikking
Een samengestelde zin van twee hoofdzinnen noemen we nevenschikking.
Tussen de twee hoofdzinnen in een nevenschikking staat een voegwoord: maar, want, en, of, dus.

Haal je het voegwoord weg, dan houd je twee correcte zinnen over.
Ik fiets graag (maar) mijn vriend gaat altijd met de auto.
Zin 1: Ik fiets graag.
Zin 2: Mijn vriend gaat altijd met de auto.

Slide 7 - Tekstslide

Onderschikking
Bij onderschikking zijn er twee volgordes mogelijk:

1 hoofdzin + bijzin: 
Ik bel je, zodra ik thuis ben.

2 bijzin + hoofdzin: 
Zodra ik thuis ben, bel ik je.

Slide 8 - Tekstslide

Grammatica woordsoorten
Het wederkerend werkwoord

Slide 9 - Tekstslide

Wederkerend werkwoord
Een wederkerend werkwoord (wkww) is een werkwoord waar zich voor staat in de infinitief: zich misdragen, zich wassen.

De voetballers hebben zich vreselijk misdragen na de klassieker Ajax-Feijenoord.
De poes waste zich in het lentezonnetje.

Slide 10 - Tekstslide

Wederkerend voornaamwoord
Het wederkerend voornaamwoord (wvn) zich past zich steeds aan het onderwerp aan:

ik vergis me,
jij vergist je, u vergist u
hij vergist zich
wij vergissen ons
jullie vergissen je
zij vergissen zich

Slide 11 - Tekstslide

Wederkerig voornaamwoord

Er is één wederkerig voornaamwoord (wgv): elkaar.

Slide 12 - Tekstslide

Telwoorden
Een telwoord (tw) geeft een hoeveelheid of een volgorde aan. Er zijn twee soorten telwoorden:

Een hoofdtelwoord (htw): geeft een hoeveelheid aan.
Ik heb ... (drie, honderdtwintig, veel) pennen in mijn etui.

Een rangtelwoord (rtw): geeft een volgorde aan. 
Ik zit op de ... (zesde, twintigste, middelste, laatste) rij in de klas.


Slide 13 - Tekstslide

Bepaald/onbepaald
Hoofd- en rangtelwoorden kunnen bepaald (precies) zijn:
Twintig (htw) scholieren kunnen meedoen aan de talentenjacht. De eerste (rtw) prijs is een iPad.

Hoofd- en rangtelwoorden kunnen ook onbepaald (niet precies) zijn:
Enkele (htw) leerlingen konden niet meer meedoen.
Veel (htw) docenten wisten niet wat te doen.



Slide 14 - Tekstslide

Oefenen (10 min.)
2.7 Grammatica zinsdelen
opdracht 1, 4, 8, 12
2.8 Grammatica woordsoorten
opdracht 1, 8, 12


Slide 15 - Tekstslide

2.5 Woorden

Doel:
Ik kan Latijnse voor- en achtervoegsels correct gebruiken.

Slide 16 - Tekstslide

Woordenlijst
We bekijken de woordenlijst.
Samen maken opdracht 9

Slide 17 - Tekstslide

Latijnse voor- en achtervoegsels
Tabel blz. 119

We maken samen opdracht 12.

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk 13 januari
Maken 2.5 Woorden (online)
opdracht 15, Test jezelf

Slide 19 - Tekstslide

Doel


Ik kan Latijnse voor- en achtervoegsels correct gebruiken.

Slide 20 - Tekstslide