Les 1 Maatschappijleer TL4

Programma
  1. Check-in (10 min.)
  2. 5.1 Rechtsstaat  - Uitleg met vragen (30 min.)
  3. Check-uit (5 min.)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
  1. Check-in (10 min.)
  2. 5.1 Rechtsstaat  - Uitleg met vragen (30 min.)
  3. Check-uit (5 min.)

Slide 1 - Tekstslide

P. Koning
5 jaar werkzaam in onderwijs
Woon in Apeldoorn
41 jaar
Geef Maatschappijleer, MAW (in verleden Geschiedenis)
Werkt niet op wo
Sport: fitness, kickboksen

Slide 2 - Tekstslide

Let op bij Maatschappijleer
Maatschappelijke onderwerpen kunnen mensen persoonlijk raken. Dus: 
  • Let op wat je zegt en hoe je het zegt. Je kunt ook eerst nadenken als het een gevoelig onderwerp is.
  • Geef elkaar de ruimte om een mening te geven, maar spreek elkaar rustig aan als het iets met je doet.
  • Oefen met luisteren naar elkaar: niet alleen aanhoren, maar ook echt geïnteresseerd zijn in de ander: doorvragen en signalen oppikken.
  • Respecteer elkaar: behandel de ander zoals je zelf behandeld wilt worden.

Slide 3 - Tekstslide

Benodigdheden
  • Lesboek
  • Laptop  --> Online werkboek (klassencodes zie rechts)
  • Schrift voor aantekeningen en opdrachten in de les.
  • Schrijfgerei, agenda, huiswerk etc.

Nieuwsapp of krant

Slide 4 - Tekstslide

5.1 De Rechtsstaat

Slide 5 - Tekstslide

Op een onbewoond eiland
  1. Brainstorm (5 min.): bedenk eerst in je groep van 4 de belangrijkste argumenten (logos) voor je standpunt. Bedenk ook welke emoties in het debat je kunt gebruiken en welke verhalen daarbij aansluiten (pathos). Houd ook je geloofwaardigheid (ethos) in de gaten.
  2. Structuur betoog (5 min.): bedenk wat je gaat zeggen in de opzetbeurt (1 min.), vrije beurt (4 min.) en conclusiebeurt (1 min.).
  3. Taakverdeling en uitwerking (5 min.): Verdeel de taken (1 opzetbeurt, 2 vrije beurt, 1 conclusiebeurt) en werk per persoon je verhaal verder uit.
  4. Eindcontrole (5 min.): controleer als groep of het betoog een goed geheel vormt en pas waar nodig aan.

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een rechtsstaat is en dit toepassen op een bron.
  • Je kunt het verschil aangeven tussen een autoritaire staat en een dictatuur. 
  • Je kunt uitleggen wat censuur is en dit toepassen op een bron. 


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Had de politie in het filmpje harder of zachter moeten optreden?
Harder
Zachter
Het was precies goed zo

Slide 9 - Poll

In dit filmpje kun je zien dat Nederland een rechtsstaat is: een land waar de rechten en plichten van de burgers en van de overheid zijn vastgelegd en worden nageleefd.
Hoe kun je dat zien?

Slide 10 - Open vraag

Op een onbewoond eiland
  1. Brainstorm (5 min.): bedenk eerst in je groep van 4 de belangrijkste argumenten (logos) voor je standpunt. Bedenk ook welke emoties in het debat je kunt gebruiken en welke verhalen daarbij aansluiten (pathos). Houd ook je geloofwaardigheid (ethos) in de gaten.
  2. Structuur betoog (5 min.): bedenk wat je gaat zeggen in de opzetbeurt (1 min.), vrije beurt (4 min.) en conclusiebeurt (1 min.).
  3. Taakverdeling en uitwerking (5 min.): Verdeel de taken (1 opzetbeurt, 2 vrije beurt, 1 conclusiebeurt) en werk per persoon je verhaal verder uit.
  4. Eindcontrole (5 min.): controleer als groep of het betoog een goed geheel vormt en pas waar nodig aan.

Slide 11 - Tekstslide

Autoritaire staat
Land waarin een kleine groep mensen de macht heeft en de regels bepaalt.
Kenmerken:
  • Geen eerlijke verkiezingen
  • Grondrechten niet altijd nageleefd (voorbeeld?)
  • Rechter beslist altijd in voordeel machthebbers.
  • Media niet onafhankelijk.
Kortom: je moet vooral niet tegen de machthebbers zijn.
Voorbeelden: Rusland, Saoedi-Arabië, Hongarije(?)

 


Slide 12 - Tekstslide

(Totalitaire) Dictatuur
Extreme vorm van autoritaire staat: Land waar één persoon of een kleine groep mensen alle macht heeft en inwoners vrijwel helemaal geen rechten hebben.
Kenmerken:
  • Er is vaak maar 1 politieke partij met 1 duidelijke leider.
  • Overheid controleert het hele leven van de mensen.
  • Alle media zijn in handen overheid, mensen worden gehersenspoeld
Kortom: je krijgt er hoe dan ook mee te maken.
Voorbeelden: Noord-Korea, China

 


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Rechtsstaat
Autoritaire Staat
Dictatuur
China
Duitsland
Noord-Korea
Hongarije
Rusland

Slide 15 - Sleepvraag

Op een onbewoond eiland
  1. Brainstorm (5 min.): bedenk eerst in je groep van 4 de belangrijkste argumenten (logos) voor je standpunt. Bedenk ook welke emoties in het debat je kunt gebruiken en welke verhalen daarbij aansluiten (pathos). Houd ook je geloofwaardigheid (ethos) in de gaten.
  2. Structuur betoog (5 min.): bedenk wat je gaat zeggen in de opzetbeurt (1 min.), vrije beurt (4 min.) en conclusiebeurt (1 min.).
  3. Taakverdeling en uitwerking (5 min.): Verdeel de taken (1 opzetbeurt, 2 vrije beurt, 1 conclusiebeurt) en werk per persoon je verhaal verder uit.
  4. Eindcontrole (5 min.): controleer als groep of het betoog een goed geheel vormt en pas waar nodig aan.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe zou je dit censureren?
  1. Brainstorm (5 min.): bedenk eerst in je groep van 4 de belangrijkste argumenten (logos) voor je standpunt. Bedenk ook welke emoties in het debat je kunt gebruiken en welke verhalen daarbij aansluiten (pathos). Houd ook je geloofwaardigheid (ethos) in de gaten.
  2. Structuur betoog (5 min.): bedenk wat je gaat zeggen in de opzetbeurt (1 min.), vrije beurt (4 min.) en conclusiebeurt (1 min.).
  3. Taakverdeling en uitwerking (5 min.): Verdeel de taken (1 opzetbeurt, 2 vrije beurt, 1 conclusiebeurt) en werk per persoon je verhaal verder uit.
  4. Eindcontrole (5 min.): controleer als groep of het betoog een goed geheel vormt en pas waar nodig aan.

Slide 17 - Tekstslide

Op een onbewoond eiland
  1. Brainstorm (5 min.): bedenk eerst in je groep van 4 de belangrijkste argumenten (logos) voor je standpunt. Bedenk ook welke emoties in het debat je kunt gebruiken en welke verhalen daarbij aansluiten (pathos). Houd ook je geloofwaardigheid (ethos) in de gaten.
  2. Structuur betoog (5 min.): bedenk wat je gaat zeggen in de opzetbeurt (1 min.), vrije beurt (4 min.) en conclusiebeurt (1 min.).
  3. Taakverdeling en uitwerking (5 min.): Verdeel de taken (1 opzetbeurt, 2 vrije beurt, 1 conclusiebeurt) en werk per persoon je verhaal verder uit.
  4. Eindcontrole (5 min.): controleer als groep of het betoog een goed geheel vormt en pas waar nodig aan.

Slide 18 - Tekstslide

Check-uit: wat is je bijgebleven van deze les?

Slide 19 - Woordweb