5.2 Grondwet en grondrechten - Uitleg met vragen (20 min.)
5.2 Grondwet en grondrechten - zelfstandig werken (15 min.)
Check-uit (5 min.)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Programma
Check-in (5 min.)
5.2 Grondwet en grondrechten - Uitleg met vragen (20 min.)
5.2 Grondwet en grondrechten - zelfstandig werken (15 min.)
Check-uit (5 min.)
Slide 1 - Tekstslide
5.2 Grondrechten
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe de Grondwet burgers beschermt tegen de macht van de overheid en dit toepassen op een bron.
Je kunt uitleggen wat grondrechten en mensenrechten zijn en dit toepassen op een bron.
Je kunt met een voorbeeld uitleggen wat botsende grondrechten zijn.
Je kunt uitleggen wat een boycot is en dit toepassen op een bron.
Slide 3 - Tekstslide
Voorkennis testen: Wat heeft het plaatje van Wilders in de rechtbank te maken met grondrechten?
Slide 4 - Open vraag
Voorkennis: Grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting of discriminatieverbod, vind je in een:
A
Dictatuur
B
Autoritaire staat
C
Rechtsstaat
D
Allemaal
Slide 5 - Quizvraag
Grondwet en grondrechten
Grondwet: hierin staan de belangrijkste rechten en plichten van burgers en overheid. (bij democratische rechtsstaat, sinds 1814-1848-1983).
-->
Grondrechten: Basisrechten die elke inwoner van Nederland heeft (volgens de grondwet).
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeelden van grondrechten?
Slide 7 - Woordweb
Grondrechten
Je hebt 2 soorten grondrechten:
Klassieke Grondrechten: vanuit de 19e eeuw, gratis, passieve overheid
Sociale Grondrechten: in 1983 toegevoegd, kost geld, actieve overheid
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Sociale
Grondrechten
Klassieke Grondrechten
Rol overheid
Prijs in geld
Voorbeeld
Duur
Goedkoop
Niet veel doen
Discriminatieverbod
Recht op een woning
Veel doen
Slide 10 - Sleepvraag
Vrijheid van meningsuiting
A
Klassiek
B
Sociaal
Slide 11 - Quizvraag
Recht op een schoon milieu
A
Klassiek
B
Sociaal
Slide 12 - Quizvraag
Vrijheid van godsdienst
A
Klassiek
B
Sociaal
Slide 13 - Quizvraag
Botsende Grondrechten
Voorbeelden:
Vrijheid van meningsuiting vs. discriminatieverbod (uitspraken Wilders)
Geloofsvrijheid vs. discriminatieverbod (homodocent op Chr. school?)
Vrijheid van meningsuiting vs. Geloofsvrijheid (beledigen religie?)
Recht op gezondheid vs. recht op onderwijs (corona-lockdown?)
Recht op woning vs. recht op schoon milieu (bouwstop door stikstof?)
Er zit geen rangorde in grondrechten. Rechter bepaalt per geval.
Slide 14 - Tekstslide
Op een onbewoond eiland
Brainstorm (5 min.): bedenk eerst in je groep van 4 de belangrijkste argumenten (logos) voor je standpunt. Bedenk ook welke emoties in het debat je kunt gebruiken en welke verhalen daarbij aansluiten (pathos). Houd ook je geloofwaardigheid(ethos) in de gaten.
Structuur betoog (5 min.): bedenk wat je gaat zeggen in de opzetbeurt (1 min.), vrije beurt (4 min.) en conclusiebeurt (1 min.).
Taakverdeling en uitwerking (5 min.): Verdeel de taken (1 opzetbeurt, 2 vrije beurt, 1 conclusiebeurt) en werk per persoon je verhaal verder uit.
Eindcontrole (5 min.): controleer als groep of het betoog een goed geheel vormt en pas waar nodig aan.
Slide 15 - Tekstslide
Op een onbewoond eiland
Brainstorm (5 min.): bedenk eerst in je groep van 4 de belangrijkste argumenten (logos) voor je standpunt. Bedenk ook welke emoties in het debat je kunt gebruiken en welke verhalen daarbij aansluiten (pathos). Houd ook je geloofwaardigheid(ethos) in de gaten.
Structuur betoog (5 min.): bedenk wat je gaat zeggen in de opzetbeurt (1 min.), vrije beurt (4 min.) en conclusiebeurt (1 min.).
Taakverdeling en uitwerking (5 min.): Verdeel de taken (1 opzetbeurt, 2 vrije beurt, 1 conclusiebeurt) en werk per persoon je verhaal verder uit.
Eindcontrole (5 min.): controleer als groep of het betoog een goed geheel vormt en pas waar nodig aan.
Slide 16 - Tekstslide
Op een onbewoond eiland
Brainstorm (5 min.): bedenk eerst in je groep van 4 de belangrijkste argumenten (logos) voor je standpunt. Bedenk ook welke emoties in het debat je kunt gebruiken en welke verhalen daarbij aansluiten (pathos). Houd ook je geloofwaardigheid(ethos) in de gaten.
Structuur betoog (5 min.): bedenk wat je gaat zeggen in de opzetbeurt (1 min.), vrije beurt (4 min.) en conclusiebeurt (1 min.).
Taakverdeling en uitwerking (5 min.): Verdeel de taken (1 opzetbeurt, 2 vrije beurt, 1 conclusiebeurt) en werk per persoon je verhaal verder uit.
Eindcontrole (5 min.): controleer als groep of het betoog een goed geheel vormt en pas waar nodig aan.